dinsdag 22 december 2015

Eerste reisweek in Cyprus


Welkom op het eiland Cyprus in de Middellandse zee, ook wel het eiland van de liefdesgodin Aphrodite genoemd. De archeologische wonderen, de mozaïeken, de Byzantijnse kunst, de kerken en kloosters van Cyprus zijn een geschikt onderwerp in dit reisverslag. Cyprus heeft hooggebergte, heuvels, valleien, vlaktes, stranden en de zon. Het is hier bakken en braden op het droogste en warmste eiland in de Middellandse zee. Het eiland is verdeeld in een Turks en een Grieks deel. In twee weken tijd heb ik dit eiland gaan verkennen via verschillende excursies.

Ik ben aangekomen in het hotel nabij de stad Paphos, waar de meeste toeristen verbleven. De eerste dag ga ik het hoger gelegen stadsgedeelte van Paphos gaan verkennen. Pano Paphos is de bovenstad of ook wel de oude stad van Paphos genoemd. Het centrum van de oude stad ligt 3 km van zee en op een 150 m hoog kalksteenplateau aan de rand van een breukhelling. Deze oude bovenstad kan je met de blauwe lijnbus vanaf de haven vlot bereiken. Het centrum van Pano Pafos is de voormalige Turkenwijk tussen de Kebirmoskee en het Turks badhuis. Voor 1974 woonden hier ongeveer 3500 Turken. Hier ontdek je een overdekte markthal waar je heel aangenaam kan rondslenteren in de smalle straatjes. Deze markt is afgestemd op toeristen en dus kan je veel lokale producten en souvenirs kopen. Buiten de markthal kan je de fruit en groentemarkt zien. Nabij de markt hebt je de mogelijkheid om iets te drinken en te eten. Ik kon in de nabijheid van de markt ook de Kebirmoskee zien.

Daarna ben ik naar het etnologisch museum geweest. Hier kan je inzichten verwerven in de cultuur en tradities van de lokale Cyprioten. Dit museum is gegroeid uit de privécollectie van George Eliades en bestaat uit duizenden stukken die de plaatselijke archeologie, geschiedenis, volkskunsten en literatuur prachtig documenteren. Het volgende kan je allemaal zien in het museum: traditionele manden uit stro, een authentieke slaapkamer met de originele linnen lakens, klederen van de bewoners, antieke meubels en allerlei keukengerei, werktuigen voor de landbouw. In de tuin vind je een typische 'kleftiko' oven, twee sarcofagen uit de 3de eeuw na christus en een olijfpers.

Vervolgens heb ik het Byzantijns museum gaan bezoeken. Het Byzantijns museum van Paphos, gevestigd in het Bisschoppelijk paleis, bevat een uitgebreide collectie aan stukken uit de Byzantijnse periode. Het stelt kunstwerken tentoon van de 7de tot de 18de eeuw, hoofdzakelijk iconen. Er is bijvoorbeeld een icoon uit de 8ste of 9de eeuw van Agia Marina, één van de oudste iconen die in Cyprus gevonden zijn. De indrukwekkende collectie van het museum omvat ook houtsnijwerk, kerkelijke kunstvoorwerpen in metaal, priestergewaden en borduurwerk, manuscripten, oude gedrukte boeken en fresco’s. De stukken werden allemaal verzameld uit de kerken en kloosters rond Paphos.

Je kan hier in de nabijheid ook het archeologisch museum vinden. Het is eerder vanzelfsprekend dat een rijke vinding plaats van archeologisch waardevolle stukken ook een eigen museum krijgt. Het is de tweede belangrijkste van Cyprus en concentreert zich vooral op de vondsten uit het district Paphos. Aphrodite is dus nooit ver weg. De tijdsperiode beslaat bijna 10.000 jaar, tot de 16de eeuw. De voorwerpen gaan van aardepotten tot een mummie.

Na deze museumbezoeken keer ik terug naar de haven van Paphos en compenseren we het enorme vochtverlies tgv de hoge temperaturen met een grote frisse pint bier op een terrasje aan de haven.

De volgende dag ga ik met de bus een rondrit doen op Cyprus. Onze eerste stopplaats wordt de plaats waar de godin Aphrodite uit de zee zou opgestegen zijn. De godin Aphrodite is van zeer grote betekenis in de Griekse mythologie. Zij is de godin van de liefde en de schoonheid. Waar zij verscheen, veranderde de woeste grond in bloeiende velden: bloemen ontsproten onder haar bekoorlijke voeten en de gehele aarde juichte in hemelse verrukking. Men noemt deze plaats hier “Pétra toù Romioù” (Steen van de Romein). Deze rots ligt in een bijzonder schilderachtige, onbebouwde baai. Bontgekleurde kiezelstenen en een blauwe zee contrasteren met het witte kalksteen van het vasteland. Vanop een afstand konden we prachtige foto’s nemen van de rots en de kustlijn.

We vertrekken met de bus naar de stad Larnaca. Via de autostrade passeren we eerst de stad Limassol. Op de verschillende daken van huizen en appartementen zag je één of meerdere watertanks en zonnepanelen. Dit zorgt voor een lelijk uitzicht over de stad. Men maakt hier gebruik van de zon om het water op te warmen. Ook kan je tegen de huizen of op de daken de airco’s en schotelantennes zien. Je passeert onderweg ook rivierbeddingen. Opdat het hier weinig regent tijdens het jaar, komen in de zomermaanden de rivierbeddingen droog te staan. Door de schaarste aan water zijn de gezinnen bewuster bezig met het verbruik van water.

Larnaca is een van de oudste steden van Cyprus en is met 70000 inwoners de op twee na grootste stad van Cyprus. We gaan eerst naar het plein waar de Sint Lazarus kerk zich bevind. De kerk dateert uit de 9de eeuw n.C. en is gewijd aan St Lazarus. Het is één van de belangrijkste religieuze gebouwen in Cyprus. Lazarus wordt verondersteld 30 jaar lang geleefd te hebben in het antieke Kition na zijn resurrectie door Jezus en werd uitgeroepen tot bisschop van Kition door St Barnabas en de apostel Marcus. De ingang van de kerk is prachtig versierd met een aantal iconen, maar de mooie klokkentoren met filigraanversiering werd pas in 1857 opgetrokken. De kerk herbergt ook een klein museum waar je uitstekende voorbeelden van de Byzantijnse religieuze kunst kan bewonderen, waaronder oude houtsnijwerken, iconen en liturgische gebruiksvoorwerpen. De Lazaruskerk was oorspronkelijk Grieks-Orthodox. Na de verovering door de Franken kwam hij in handen van de benedictijnen. De Turken gaven de kerk weer terug aan de Grieken, maar de katholieken op Cyprus behielden het recht om twee dagen per jaar een eigen altaar in het noordelijke schip te gebruiken: op de feestdag van Lazarus en die van Maria Magdalena. De kerk is van binnen nauwelijks versierd. De koepels zijn niet beschilderd, maar hebben een vlak houten plafond. Des te meer indruk maakt de enorme, volledig vergulde iconostase uit de 18e eeuw. In de kerk kan ik ook een vergulde schrijn zien met hierin het hoofd en beenderen van Lazarus. Je merkt dat veel orthodoxe gelovigen dit kussen. Ook de verschillende iconen op de vergulde iconostase worden gekust en hierbij maken ze verschillende malen een kruisteken. Voor de orthodoxe gelovigen is dit van boven naar beneden en van rechts naar links. Ze houden drie vingers te samen om het kruisteken te maken. Deze staan voor de vader, voor de zoon en de heilige geest.

De Iconostase is een iconenmuur, ze scheidt enerzijds het Schip af van het Heiligdom. Maar anderzijds is zij ook een verbindingsmuur tussen de goddelijke en de menselijke wereld. De Iconostase heeft drie poorten: De Koninklijke Deur en de twee zijdeuren of diakendeuren. De middelste deur wordt de Koninklijke Deur genoemd. Hier mag enkel de diaken, de priester of de bisschop door. Deze Koninklijke Deur is de triomfpoort van de zegepralende Christus. Op vrijwel alle Koninklijke Deuren is de voorstelling van de Verkondiging aan de Moeder Gods afgebeeld. Het begin van de heilsgeschiedenis wordt aldus in beeld gebracht. Het Woord van God is Mens geworden en is tot ons gekomen door de deur van de Maagd Maria. Op de vleugels staan ook de vier Evangelisten afgebeeld. Zij hebben de Blijde Boodschap, het Evangelie van Jezus Christus opgeschreven en aan ons overgeleverd. De twee zijdeuren worden tijdens de liturgische diensten voornamelijk door de diaken gebruikt. Daarop worden de Aartsengelen Gabriël en Michaël afgebeeld. De iconografische invulling van de iconostase gebeurt volgens een welbepaalde wijze. Zo vinden we aan de linkerkant van de Koninklijke Deur altijd de icoon van de Moeder Gods met baby Jezus en aan de andere kant Alheersende Jezus Christus. Boven de Koninklijke Deur zien we de icoon van het Laatste Avondmaal. Het is voor de Koninklijke Deur dat de gelovigen het Lichaam en Bloed van Christus ontvangen (de Heilige Communie). De centrale plaats van het Laatste Avondmaal leert ons dat het hart van het christelijke leven de Communie is. De communie staat ons toe deel te hebben aan het Goddelijk leven.

Iconen zijn op hout geschilderde afbeeldingen van Christus, de Moeders Gods, heiligen, van taferelen uit het oude en het nieuwe testament. Iconen zijn voor de Orthodoxe gelovige echter meer. Ze behoren niet tot het gebied van de kunst, maar van de theologie. Men zegt wel eens dat de Orthodoxe Kerk twee evangelies heeft: één geschreven en één zichtbaar in de iconen. Daarom aarzelen Orthodoxe gelovigen ook niet de icoon te kussen. Dat eerbetoon is niet voor het beschilderd hout, maar voor de persoon die erop afgebeeld staat en door de icoon aanwezig gesteld wordt. De icoon openbaart de voortdurende aanwezigheid van Christus en de heiligen. Door de icoon worden we meegevoerd door tijd en ruimte naar een hemelse realiteit. Iconen worden daarom ook de vensters op de eeuwigheid genoemd. Meestal is een Orthodoxe Kerk voorzien van een koepel. Deze symboliseert een brandende kaars, de gloed van ons gebed en ons verlangen naar God. De Alheersende Christus wordt in de koepeltoren geschilderd en stelt de nieuwe schepping voor.

Onder het altaar bevindt zich een crypte, waarin men kan afdalen. Bij restauratiewerken in 1970 zijn hier enkele graven ontdekt. Eén daarvan wordt nu beschouwd als het graf van Lazarus. Volgens een legende werd op de plaats van de kerk in 890 een sarcofaag met het opschrift “Lazarus” ontdekt. In de kerk merk ik ook op dat de kerkstoelen 2 leuningen boven elkaar hebben. In de kerkdiensten moet men veel rechtstaan. Bij het rechtstaan tijdens de kerkdienst kan je met je armen steunen op de bovenste stoelleuning en bij het zitten op de onderste stoelleuning.

Daarna heb ik gewandeld richting de zee en het strand. De strandboulevard met zijn palmbomen, werd aan het eind van de vorige eeuw volgens de plannen van een Amerikaanse architect heringericht en vooral verkeersluwer gemaakt. Je zag hier ook aan de andere kant een Turks fort. Het kleine complex met kantelen en een binnenplaats aan de zuidkant van de boulevard werd in 1605-1625 gebouwd op de muren van een Venetiaans fort. Het diende de Turken als uitkijkpost tijdens het laden en lossen van schepen. De Britten gebruikten het fort als gevangenis. Hier en in de oude Turkse wijk tussen het fort en de Lazaruskerk klopt het hart van de stad. Tegenover het fort zag ik de Djami Kebir moskee met zijn minaret. Oorspronkelijk was de moskee een katholieke kerk. Op de weg van het Turks fort naar de Lazaruskerk passeer je kleine winkeltjes en werkplaatsen.

Na dit bezoek aan Larnaca zijn we met de bus naar de hoofdstad Nicosia gereden. De Grieken noemen deze stad Lefkosia. De Franse kruisvaarders vroeger konden of wilden Lefkosia niet uitspreken en hadden de neiging om “Nicosie” te zeggen. Vandaar dat er nog over Nicosia gesproken wordt. Op de verkeersinformatie borden staat er wel Lefkosia en niet Nicosia. De naam Nicosia raakt hier eigenlijk steeds meer in onbruik. Via de autoweg rijden we de nieuwe stad van Nicosia binnen. Eigenlijk een doorsnee stad met veel buildings en beton. De kleurloze buitenwijken omsluiten wel een intrigerende oude binnenstad. Binnen de Venetiaanse vestingmuren bevinden zich fraaie bouwwerken uit de Venetiaanse, Frankische en Ottomaanse architectuur die met elkaar worden verbonden door een fijnmazig middeleeuws stratenpatroon. Nicosia is, naar de bewoners zeggen, de laatste gedeelde stad ter wereld. De Green Line verdeelt de stad in tweeën: het Grieks-Cypriotisch gedeelte en het Turks-Cypriotisch gedeelte. De Green line is een smalle strook niemandsland die wordt bewaakt door soldaten van de Verenigde Naties. Het verhaal gaat dat een Brits officier met een groene pen een lijn op de kaart van Nicosia trok: de scheidslijn tussen de Griekse en Turkse enclaves. De Griekse-Turkse strijd heeft diepe sporen in de stad achtergelaten. Twee hoofdsteden: de één van de Republiek Cyprus, de ander van de door de wereld genegeerde Turkse Republiek Noord-Cyprus. De alom aanwezige Griekse en Grieks-Cypriotische vlaggen langs de grens worden door even zoveel Turkse en Turks-Cypriotische vlaggen beantwoord. Tegen een bergflank van het Pentadaktylos-gebergte hebben ze een reusachtige Turks-Cypriotische vlag geschilderd. Dit om de ogen uit te steken van de Grieks-Cyprioten.

In Nicosia worden we afgezet aan de belangrijkste winkelstraat in de oude stad, nl de Lidras Street. Het is wel ideaal om hier in deze straat te flaneren langs de verschillende winkelketens. Aan het einde ligt de in 2008 opengestelde voetgangersgrenspost naar Noord-Cyprus. Om een mooi panoramisch overzicht te hebben over de stad kan je naar de elfde verdieping van het warenhuis Debenhams gaan. Daar is er een kleine expositie over de geschiedenis van Cyprus en de stad. Op een paneel voor het venster zie je een foto van wat je nu kunt zien. Op het paneel kan je een interessant gebouw kiezen dat je ziet en dan verschijnt de volledige uitleg over dit gebouw. Nu kan je zeer goed de reusachtige Turks-Cypriotische vlag zien op de bergflank. Verder heb ik nog een kijkje gaan nemen in de Faneroméni kerk en omgeving. Ik zag hier veel mensen van zeemacht in uniform rondlopen. Ze kregen hier in Nicosia de vrijheid om zich te ontspannen. Ze verzamelden ook op dezelfde plaats waar wij ook op onze bus stonden te wachten en stapten dan op verschillende militaire bussen.

Ik ben dan gaan kijken naar verschillende plaatsen waar de scheiding is. Je zag tussen de prikkeldraad vervallen huizen. Dit is de neutrale zone tussen de twee delen, die gecontroleerd wordt door de Verenigde Naties. Zowel met tonnen, prikkeldraad, zandzakken, metalen hekwerk, betonnen muren wordt de grens gemaakt in de straten tussen de verschillende huizen. De opeengestapelde tonnen hadden een witte of blauwe kleur, die de kleuren van de Griekse vlag aangeven. Op één van de tonnen stond geschreven “bring the wall down”. Ook op bepaalde plaatsen zat een militair in een gebouwde uitkijkpost op wacht. Het was verboden om hier foto’s te nemen. Ik zag hier ook een gebouwde muur met twee kleine rechthoeken uitkijkgaten of misschien wel schietgaten. Hoe is deze scheiding toch mogelijk in de huidige moderne tijden? Vooral bij de gidsen met Cypriotische roots, voel je bij hun uitleg over de gebeurtenissen bij de scheiding van het land, dat het diep van binnen hun ziel raakt. Je kon hun pijn voelen in hun stem. Vele van hun familieleden zijn tijdens het conflict in 1974 moeten vluchten.

Bij het buitenrijden van Nicosia, passeren we onder andere de ambassade van USA en Egypte. Ook een Europese universiteit en het nationaal voetbalstadium. We rijden nu richting Troödosgebergte. We bezoeken daar de schuurdakkerk Panagia Podithou, die gelegen is in de Solea vallei. Ze is gebouwd in een nauwe en vruchtbare vallei van de Klarios rivier, een paar honderd meter ten noorden van het dorpje Galata. De kerk zelf is gebouwd in 1502. Binnen in de kerk kan je veel hout zien. Je kan zien dat de kerk een steil zadeldak heeft. Een latere portiek omringt de drie zijden van de kerk. Het dak beschermt zowel de kerk en de portiek. Het dak is bedekt met platte tegels. Binnen in de kerk kan je prachtige schilderwerken uit de Byzantijnse en post-Byzantijnse periode bewonderen. De muurschilderingen in de kerk werden geschilderd rond de tijd dat het werd gebouwd, met uitzondering van die van de apostel Peter en Paul. Die werden respectievelijk geschilderd in de 17e eeuw. De muurschilderingen zijn significant beïnvloed door westerse schildertechnieken uit de Italiaanse Renaissance met het gebruik van levendige kleuren en driedimensionale scènes. De hout gesneden iconostase, opnieuw verguld in 1783, en de Venetiaanse lessenaar komen uit dezelfde periode als de muurschilderingen. Deze kerk staat sinds 1985 op de werelderfgoed lijst van Unesco.
Bij het rijden door het Troödosgebergte, zien we publieke plaatsen waar er veel tafels staan. Op zondag komen de Cyprioten naar hier voor een BBQ. Het is verboden om ergens anders in dit bosrijke gebied een BBQ te houden, omwille van de grote droogte en het brandgevaar hierbij.

In het Troödosgebergte komen we een geitenboerderij tegen. De geiten lopen over de weg naar de boerderij. Je zag verkeersborden langs de weg die het gevaar aanduiden van geiten op de weg.

Vervolgens rijden we langs veel wijnbouwgebieden en bereiken het idyllische wijnboerendorp Omodos in het Troödosgebergte. Het wijndorp ligt op een hoogte van ongeveer 800m. Het dorp is bekend door het jaarlijks wijnfestival in augustus en het 17e-eeuwse Timios Stavrosklooster, een Cypriotisch-Orthodox klooster. Het klooster staat midden in het centrum van het wijnplaatsje Omodos. Voor het klooster zie je een standbeeld staan. Het lijkt erop dat het stadje rondom om het klooster is gebouwd. Het klooster zelf heeft twee verdiepingen. Het klooster wordt ook wel het Heilige Kruisklooster genoemd, omdat volgens een legende ooit op de plek van het klooster, in een grot, een groot kruis is gevonden. Anno 2012 is het klooster niet meer in gebruik als klooster, maar wordt alleen de kerk nog gebruikt. Op de binnenkoer van het klooster waren op dit moment enkele priesters en inwoners van het dorp aan het keuvelen. Ik ben een kijkje gaan nemen in de prachtige kerk en in het museum in het klooster. In het museum kon je veel iconen zien, priestergewaden, kerkelijke objecten en oude geschriften. Vele jaren geleden is het oude dorpsplein geplaveid met kasseien, wat voor mij de aantrekkelijkheid van dit schilderachtige dorpje verhoogd. Dit dorp maakt een fantastische indruk op mij. Verder is er veel zelfgemaakt handwerk te koop in de smalle steegjes.

We zijn hier in een winkel geweest waar ze verschillende Cypriotische bakkerijproducten, overheerlijke zoetigheden, snoep, noten en verschillende dranken verkochten. De geproefde lekkernijen zoals de “liefdessnoepjes” waren lekker, zacht en zoet. Maar zowel de geproefde rode als de witte wijn was niet mijn smaak. Het is wel een aangename locatie om op een terras iets te drinken. In de buurt van het klooster staat een imposante middeleeuwse oude wijnpers. Tegen de muur, in het gebouw waar de wijnpers staat, zie je oude foto’s hangen over het gebruik van de wijnpers. Twee mensen waren toen nodig om de oudste wijnpers te doen draaien, waarbij de planken op de druiven naar benden werden geduwd om zo de druiven te pletten die in een grote verzamelbak lagen.

De volgende dag ga ik terug naar Nicosia om ditmaal een bezoek te brengen aan andere bezienswaardigheden in de stad. Ditmaal ga ik de grens passeren om het Turks Cypriotisch stadsgedeelte in Nicosia te gaan bezoeken. Nicosia ligt eigenlijk tussen 2 bergketens wat ervoor zorgt dat het daar zeer warm en heet kan worden met temperaturen boven de 40 graden. Gelukkig, vandaag is het maar 38 graden. We passeren terug de Venetiaanse muren waarachter het oude stadsgedeelte zich bevind en ervoor is het moderne gedeelte van de stad. In het moderne gedeelte zijn we een gebouw van een bank gepasseerd die failliet is geraakt door de bankencrisis daar in 2013. Tot op heden staat de bank nog steeds leeg. De omwalling uit 1567 had een omtrek van 3,2 km, er waren 11 bastions rond de omwalling en een gracht.

Eerst gaan we naar het gebouw van het Nieuw Aartsbisschoppelijk paleis. Het is wel niet toegankelijk voor bezoekers. Het gebouw werd in 1960 voltooid. Het Oude Aartsbisschoppelijk paleis werd rond 1730 gebouwd. Op de eerste etage bevindt zich daar het Museum voor Volkskunst. Op de hoek van het plein , voor het Nieuw Aartsbisschoppelijk paleis, zien we een standbeeld van de versteende leider Makarios. Zijn blik is afgewend van de Green Line, het ongewilde resultaat van zijn politiek, gericht op de aansluiting met Griekenland. Makarios heeft zowel als kerkelijk en politiek leider zijn stempel op de geschiedenis van Cyprus gedrukt. Het neo-Byzantijnse bouwwerk was op 15 juli 1974 het toneel van een staatsgreep. De president overleefde de aanslag ternauwernood. Het paleis werd zwaar beschadigd. Tegenover het paleis staat het prestigieuze Pankyprion Gymnasium. De middelbare school werd in 1812 opgericht.

Tussen het nieuwe en het oude bisschoppelijk paleis ingeklemd staat de Ag. Ioanniskerk, de kathedraal van Nicosia. Achter de kathedraal verrijst het moderne Aartsbisschop Makarios Cultureel Centrum. Het centrum huisvest het Byzantijns Museum en twee kunstgaleries. Het Byzantijns Museum heeft een collectie iconen van de 8ste tot de 18de eeuw. We brengen een bezoek aan de Ag. Ioanniskerk, die oogt aan de buitenzijde vrij eenvoudig. Van binnen is de kerk overdadig opgesierd met fresco’s in alle soorten en maten. De kerk werd gebouwd in het midden van de 16de eeuw, op de plaats van een vroeger benedictijnenklooster. In 1736 werd begonnen met de beschildering en twintig jaar later was het karwei geklaard. De fresco’s werden onlangs gerestaureerd en glimmen de bezoekers tegemoet. Boven de westelijke ingang hangen 14de en 15de eeuwse panelen, die afkomstig zijn van de voormalige kloosterkerk.

Vervolgens wandelen we naar het vrijheidsmonument nabij de Venetiaanse omwalling. Vervolgens brengen we een bezoek aan het Leventis museum. Het Leventis museum is een klein, goed gedocumenteerd museum over de geschiedenis van Nicosia en Cyprus. De tentoonstelling begint met de traumatische deling van de stad in 1974, waarna zaal na zaal verder in de geschiedenis wordt gedoken. Foto’s uit de jaren ’60 laten een bijna onherkenbaar Nicosia zien: fietsers, paard en wagens en enkele auto’s bepaalden toen het stadsbeeld. Je kan hier informatie vinden over de geologie, het ontstaan van Cyprus en de archeologie.

Via de belangrijkste winkelstraat Lidras Street komen we terecht aan de grenspost tussen de 2 gedeeltes van de stad. Het oversteken tussen de twee gedeeltes is mogelijk sinds 2008. Onze gids mag niet mee naar het Turks Cypriotisch gedeelte. Het is verboden dat een Grieks Cypriotische gids uitleg geeft daar aan toeristen. De politie van het Turks Cypriotisch gedeelte kan hem hiervoor oppakken en in de boeien slaan. Het is enkel mogelijk als er ook een Turks Cypriotische gids bij is om uitleg te geven. Dit was het geval als we excursies deden naar andere steden in het Turks Cypriotisch gedeelte.

Je komt inderdaad in een andere wereld terecht. Je voelt nu dat je meer in Turkije zit met de soeks in de winkelstraten. De waterpijp, voor het roken van gearomatiseerde pijptabak, kon je aan de tafels buiten in de cafés zien. Tijdens de Frankische Lusignan periode ten tijde van de kruisvaarders werden hier kathedralen, een bisschoppelijk paleis, verschillende overheidsgebouwen en kloosters gebouwd. De rooftochten van de Egyptenaren, Venetiërs, Genuezen en Ottomanen en het natuurlijk geweld van aardbevingen vormden de aanzet tot het verval. De Ottomanen veranderden in de 17de eeuw de kerken, paleizen en kloosters in moskeeën, badhuizen, markten en andere openbare instellingen.

We wandelen nu via de winkelstraat naar de Selimiye-moskee. De moskee vormt met zijn twee hoge minaretten het beeldmerk van de stad. In 1570 werd de St. Sophiakathedraal door de Ottomanen als moskee in gebruik genomen. Met de bouw van de kathedraal werd in 1209 gestart. De bouw van de kathedraal was in gotische stijl. In 1536 werd de kathedraal ingewijd. Het bouwwerk werd door aardbevingen in 1491 en 1547 ernstig beschadigd en ook door plunderingen waardoor veel van haar middeleeuwse rijkdom en pracht verloren ging. Toen de Ottomanen in 1570 de kathedraal als moskee in gebruik namen, werden de altaren, het koor, beelden, graven, grafstenen en muurschilderingen uit de kerk verwijderd. Het lege gebedshuis werd voorzien van tapijten op de vloer, van een gebedsnis en een preekstoel. Op de altijd onvoltooid gebleven torens werden twee minaretten gebouwd. In het westportaal is nog iets van de gotische grandeur van de kathedraal terug te vinden. Enkele decoraties rond de drie grote toegangsdeuren zijn bewaard gebleven. Je kon een kijkje gaan nemen binnen in de moskee, maar het was wel verplicht om je schoenen uit te doen.

Vervolgens ben ik dan ook in een grote hal geweest waar er een overdekte markt was. De verkopers vielen mij eigenlijk niet lastig bij het bekijken van het uitgestalde producten. De Turkse vlag was hier wel veelvuldig te zien. Een heftige Turkse discussie ontstond er tussen de koper en verkoper bij een groenten en fruitkraam, toen er een watermeloen op de weegschaal lag. De omstaanders begonnen te lachen bij het horen van de discussie.

Na nog een beetje rond te lopen in de straten hier keren we terug naar de grenspost. Je passeert nu eerst de Turks Cypriotische grenspost, nadien de Grieks Cypriotische grenspost. Ik merk op dat men vooral alles goed controleert aan de Turks Cypriotische grenspost. Aan de Grieks Cypriotische grenspost doet men niet zoveel moeite om uw identiteitsbewijs te controleren.

Vervolgens keren we terug naar Paphos en stoppen we nog even aan de Rots van Aphrodite. Ditmaal lopen we op het strand dat vol met grote en kleine witte kiezelstenen ligt. Er zijn hier toeristen die hier liggen te zonnen. Volgens mij moet Aphrodite Russisch zijn. Je hoort de mensen hier vooral Russisch praten op het strand. De meeste toeristen die elk jaar in de zomerperiode Cyprus bezoeken zijn de Russen en de Britten. De Britten voelen zich hier thuis in hun vroegere kolonie waar ze ook links rijden in het verkeer.

De volgende dag rijden we met de bus naar de oude stad Kourion. Op weg naar Kourion passeren we een Britse legerbasis. Na de onafhankelijkheid van Cyprus in 1960, bleef er nog 6 % van het grondgebied in handen van het Verenigd Koninkrijk. Het belang van de militaire basis is gebaseerd op de strategische ligging van Cyprus, aan de oostelijke rand van de Middellandse zee en in de buurt van het Suezkanaal en het Midden-Oosten. Deze basis kon dienst doen als halteplaats voor militaire vliegtuigen of om van daar uit troepen te sturen naar gebieden in het Midden-Oosten en Azië.

Naast Paphos en Salamis behoort Kourion tot de belangrijkste archeologische bezienswaardigheden op Cyprus. De stad beleefde zijn bloei pas in de Romeinse tijd. Onder een moderne dakconstructie zien we de ruïnes van het huis van een rijke Romein. Het was het huis van Eustolios en bezat een atrium en zijn eigen thermen. Hier kunnen we op de vloer de mozaïek overblijfselen zien. Op een rond vloermozaïek in de centrale ruimte van de thermen zien we een afbeelding van Ktisis, de verpersoonlijking van het bouwen, met een meetstok in de hand. Dat Eustolios een christen was, wordt bewezen door een inscriptie en vijf diermozaïeken naast het atrium, waarvan twee met een vis.

Nadien zijn we naar het nabijgelegen amfitheater uit de 2e eeuw gaan kijken. Het bood plaats aan circa 3500 personen. Vroeger waren er twee voorstellingen per dag: ’s morgens was de voorstelling een tragedie en ’s avonds een komedie. De voorstellingen waren enkel voor de mannen. De vrouwen zaten achteraan. In de kerken hier op Cyprus is dit ook nog het geval: De mannen zitten vooraan in de kerk en de vrouwen achteraan. In de late oudheid werd het steeds weer verbouwd door een verandering van smaak of door besluiten van de overheid: geen hoogwaardig toneel meer, maar massavermaak met klopjachten op dieren en gevechten tussen gladiatoren onder het motto: brood en spelen. De onderste rijen werden verwijderd en er werd een traliehek opgesteld om de toeschouwers te beschermen.

We rijden vervolgens met de bus naar het middeleeuws kasteel Kolossi. Het ligt 11 km ten westen van Limassol. We passeren een plantage van bomen met citrusvruchten. Rond deze plantage staan er cipressen. Deze hoge bomen kunnen de plantage met citrusvruchten beschermen tegen de wind.

Het kasteel van Kolossi werd gebouwd in de 15de eeuw op de ruïnes van een voormalig fort dat dateert van het begin van de 13de eeuw. Sommige van deze ruïnes zijn nog te zien ten oosten van het huidige kasteel. Het kasteel was van de Ridders van Agios Ioannis van Jerusalem en was de zetel van hun belangrijkste Commanderie.

Tijdens de 14de eeuw kwam het een aantal jaren onder de controle van de Tempelridders. Het kasteel zelf is een 21 meter hoge vierkante toren met drie verdiepingen. Het gelijkvloers is verdeeld in drie delen en werd waarschijnlijk gebruikt als opslagplaats. In het midden van de oostelijke gevel is er een trap naar de tweede verdieping, waarschijnlijk de keuken, en dan naar de derde verdieping. De derde verdieping was verdeeld in twee grote hallen, dit was de woning van de bevelhebber. Ten zuiden van het kasteel is er een binnenplaats, omringd door muren, en de ruïnes van een bijgebouw, waarschijnlijk een stal of een opslagplaats. In de zuidwestelijke hoek van het gebouw was er een ingang die werd beschermd door een ronde toren. Ik ben ook via een smalle trap tot boven geweest op het dak van de toren, waar je een uitzicht had op de streek.

In deze regio werd ook de traditionele zoete wijn van Cyprus geproduceerd en geëxporteerd. De wijn die bekend werd als “Vin de Commanderie” of Commandaria. Commandaria is nu één van de oudste wijnnamen ter wereld. De wijn draagt al acht eeuwen dezelfde naam. Deze hebben we kunnen proeven in het dorp Doros.

Vervolgens hebben we naar een woonhuis gaan kijken, met haar specifieke Cypriotische bouwstijl. Nadien zijn we een zoveelste kerk gaan bezoeken. Na ons bezoek aan de kerk, kwam er een gezin toe voor de doop van hun kind. In de kerk stond er een grote kelk. Hierin zou de baby 3 maal ondergedompeld worden. Als de baby schreit dan is het goed. De naam van de baby moet steeds een Griekse afkomst hebben. Een huwelijk duurt in Cyprus drie dagen. Op het huwelijksfeest zijn er soms 4000 gasten uitgenodigd. En er is uiteraard veel eten en drinken op deze trouwpartij. Bij een overlijden moet de overledene binnen 1 dag begraven worden, omwille van het warme weer. Er wordt hier geen crematie van de doden gedaan. Ik merk op dat de begraafplaatsen hier vooral witte grafzerken hebben. In het Grieks Orthodoxe geloof zijn er drie periodes van vasten, nl 40 dagen voor Pasen, 30 dagen voor kerstdag en tussen 1 en 15 augustus (Hemelvaart). In die periode mogen de Grieks Orthodoxe gelovigen geen vlees of eieren eten, of alles dat van dieren afkomstig is.

Daarna kregen we hier een typisch Cypriotische maaltijd voorgeschoteld. De Cypriotische keuken is volks en eenvoudig. De basis van veel gerechten is Grieks, maar er zijn ook invloeden van de Arabische en Turkse keuken. Net als in andere mediterrane keukens worden vlees en vis vaak op een grill bereid en neemt ook de oven een belangrijke rol in bij het bereiden van gerechten. Naast varkensvlees en rundvlees kom je in de Cypriotische gerechten ook vaak lamsvlees en geitenvlees tegen. De tafel voor het middagmaal stond buiten al gedekt. We kregen verschillende borden geserveerd met hierop kip, bieten, ei gerechten, courgettes, geitenkaas, groenten (ajuin, tomaat, sla en komkommer) in de olijfolie, plat brood. Bij het vele eten konden we ook drinken van de lokale witte en rode wijn. Op weg naar het restaurant hingen de trossen witte druiven boven onze hoofden.

Aangekomen in het dorp Mona, kunnen we lokale specialiteiten proeven en drinken in een koffiehuis. In veel koffiehuizen hier zie je veel mannen zitten die tezamen iets drinken. Laten we starten met een koffie. Bij het bestellen zegt U hoe U de koffie wilt: zonder suiker, met een beetje suiker of met veel suiker. Deze koffie wordt in kleine kopjes geserveerd. Deze straffe koffie zijn we niet gewoon en is eigenlijk niet lekker. De gemalen koffiegruis ligt zichtbaar op de bodem van het kleine kopje, na het opdrinken van je koffie. Laten we nu eens de nationale drank “Zivania” drinken, een helder druivendistillaat, vergelijkbaar met de Italiaanse Grappa. Wel straf spul, deze drank. Het is niet echt mijn smaak. Je staat in vuur en vlam. Dit “vuurwater” wordt hier in Cyprus ook wel de viagra genoemd. Ze drinken het hier op verschillende tijdstippen van de dag en denken dat het goed is tegen alles: tegen keelpijn, griep en verkoudheid. Vroeger zat er 70% alcohol in de drank, nu is dit tussen de 40 en 60 %.
De volgende dag rijden we terug met de bus in het Troödosgebergte en gaan we daar twee kloosters gaan bezoeken, nl het minder gekende klooster van Chrysorrogiatissa en het meest bekende Kykkos klooster, waar er veel toeristen komen kijken. Op een gegeven moment rijden we een tamelijk bosrijk gebied binnen. In 1992 werd het bosrijke gebied in Centraal-Cyprus uitgeroepen tot Nationaal Park en zijn vier gebieden binnen het Nationale Park van Troödos tot natuurreservaat verklaard. In Troödos zijn niet alleen het grootste aantal planten te vinden in vergelijking met alle andere gebieden op Cyprus, maar ook het grootste aantal endemische planten. Bovendien behoort het park tot een groep van 13 kritieke gebieden voor plantendiversiteit in de Middellandse Zee. Hier kan je vooral de ceder boom vinden.
Het Klooster van Chrysorrogiatissa ligt in een prachtige omgeving op 830m boven de zeespiegel en werd opgericht ter ere van “Onze Lieve Vrouw van de Gouden Granaatappel". Het werd in 1152 gebouwd door monnik Ignatios, die volgens de volkswijsheid, een miraculeus icoon van de Maagd Maria vond aan de kust van Paphos. Het icoon zou in Anatolië in de zee geworpen zijn tijdens het iconoclastisch verzet en door de golven naar Cyprus gebracht zijn.

Het klooster werd gerestaureerd op het einde van de 18de eeuw. De kerk met één beuk werd gebouwd op de ruïnes van een oudere kerk. Boven de drie ingangen zijn er prachtige fresco's te zien. Het klooster huisvest een collectie van belangrijke iconen en schatten (zoals oude bijbels, manuscripten en sculpturen). Het beroemdste icoon is de 18de eeuwse afbeelding van Maria en Jezus. Op 15 augustus wordt hier een indrukwekkende religieuze ceremonie gehouden. In de oude wijnkelders van het klooster wordt voortreffelijke Cypriotische wijn geproduceerd. Men kan ook de eetzaal van de monniken bekijken, die is rondom mooi beschilderd.
Vervolgens rijden we naar het Kykkos klooster. Na het passeren van het Kykkos klooster rijden we eerst naar de top van Throni om een bezoek te brengen aan de begraafplaats van Makarios III, 3 km ten westen van het klooster en niet ver van zijn geboortedorpje Pano Panayia. Aartsbisschop Makarios III was de eerste president van Cyprus (1960 -1977) en overleed onverwachts aan een hartaanval in 1977. Makarios III was een Grieks-Cypriotisch geestelijke en staatsman. Hij was in 1926 monnik in het Kykkosklooster. Op eigen verzoek werd hij begraven boven het Kykkos klooster: “Vanaf deze top kan ik het hele eiland dat ik liefheb, overzien.”
Op de top aangekomen kunnen we een reusachtig bronzen standbeeld zien van de held van de onafhankelijkheid van Cyprus en eerste president Makarios III. Het standbeeld is ongeveer 10 meter hoog en je voelt je er klein bij. Vervolgens wandelen we nog naar zijn grafsteen. Tijdens onze wandeling naar boven zien we links en recht van ons in een nis, een afbeelding van religieuze Byzantijnse figuren gemaakt in mozaïek. De meeste mannelijk figuren hadden een boek of perkament in hun hand. De grafzerk bevindt zich in een grot, waar je vanaf de ingang naar het graf kan kijken. Er staat bij de grafzerk van Makarios III steeds een militair met een wapen in de hand op wacht. Wat een lastige job om daar lange tijd onbeweeglijk stil te staan, terwijl toeristen foto’s van de grafzerk en de bijhorende militair maken. Gelukkig liep er nog een andere militair hier rond om hem af te lossen. Hier houdt de eregarde dag en nacht de wacht.
Nadien rijden we terug naar het Kykkos klooster en brengen nu een bezoek aan het klooster. Het klooster ligt op 1318 meter hoogte in het Troödosgebergte. Je merkt reeds de prachtig versierde toegangspoort op met zijn prachtige mozaïeken. Voorbij de ingang zie je purperen jassen hangen. Deze jassen moet je aandoen als je schouders bloot zijn of als bij heren de broek niet tot over de knie komt. Na die ingang kom je op een binnenplaats. Ga hier naar links en in de hoek zie je het museum. In diezelfde hoek ga je naar rechts voor de andere binnenplaats waar je in de kerk kan. Je mag niet fotograferen in de kerk. Veel goud en zilver zal je zien bij een bezoek aan de kloosterkerk. De kloosterkerk is geheel beschilderd met een moderne iconografische cyclus en imponeert door de overdadig ogende aankleding met kostbare kroonluchters. Er is nergens wit te zien op de muren.
Een ritueel dat ik in deze kerk zag was dat de Grieks Orthodoxen op een klein papier de namen van mensen schrijven die ze een goede gezondheid toewensen. Men zet op het papier datgene dat ze wensen voor anderen en niet hun eigen wensen. Ook zet men namen van overleden mensen op het papier, opdat hun ziel rust zou vinden. Daarna leggen ze het volgeschreven papier in een mand en op een tafel leggen ze muntstukken. Nadien gaan ze een kaars doen branden. Een monnik volledig gekleed in een zwart gewaad staat erbij. Hij ging dan de aangestoken kaarsen terug doven, opdat andere mensen deze terug kunnen gebruiken. Ook zag ik een koppeltje op hun knieën voor een priester zitten op een niet gewone plaats in de kerk, waar alle mensen passeerden, dichtbij een icoon. Hij bedekte hun hoofden met zijn priester sjaal en las voor uit een boek, dat op het hoofd lag van de man. Ziezo, hun relatie kan niet meer stuk gaan.
In het bijhorende museum zijn er ook nog een heleboel schatten te zien. Ook hier zie je dat mensen het glas kussen, waarachter de schatten of religieuze objecten tentoongesteld worden. Als ze voor een object achter glas staan dan maken de orthodoxen overvloedig veel kruistekens. Ik zie zelfs dat ze een buiging maken voor de objecten in het museum. Ik zag ook veel verdriet in de ogen van deze biddende mensen. Ook voor ze de kerk betreden zie je ze een kruisteken maken. Vooral is dit een aantrekkelijk klooster bij het bekijken van de vele mozaïeken op de muren en de beschilderingen op het plafond met prachtige afbeeldingen van heilige taferelen. Er liepen hier wel nog monniken rond en het klooster is nog steeds bewoond. Je kon hier de verschillende genummerde kamers vinden waar de monniken verbleven. Het Kykkos klooster is dé toeristische trekpleister van Cyprus. Vergeet niet dat monniken zich vaak terugtrekken in kloosters voor rust en bezoekers brengen natuurlijk net het omgekeerde mee. De Grieks Orthodoxe priesters hier mogen wel trouwen, maar het is wel voor het leven. Ze mogen dan ook niet hertrouwen wanneer ze weduwnaar worden.
Dit klooster is het grootste en belangrijkste van Cyprus. De gebouwen zijn nog geen 200 jaar oud, maar de kloostergemeenschap werd al gesticht eind 11e eeuw tijdens de heerschappij van Keizer Alexios I Komnenos (1081-1118 na Christus). Het klooster is jammer genoeg verschillende keren afgebrand en er blijft niets meer over van de oorspronkelijke structuur. Toen kreeg het van de toenmalige keizer een heel waardevol icoon dat ooit door de apostel Lucas zou zijn geschilderd. De keizer deed dat als dankbetuiging. Spijtig genoeg kan je het icoon niet zien, het is bewaard in een rijk versierde koffer die zelf ook achter een scherm zit naast de Koninklijke deur in de kerk.
Buiten het klooster zijn er diverse marktkramen waar souvenirs en plaatselijke lekkernijen te koop zijn. Nadien vertrekken we weer met de bus. We bereiken met de bus het hoogste punt van Troödos. Dit is de berg Olympus met een hoogte van 1951 meter. Je voelt dat het hier wel koeler van temperatuur is, dan op andere plaatsen in Cyprus. Dit is wel geen hoogtepunt van de reis, want er zijn hier enkel verkoop kramen met etenswaren en souvenirs en ook het Troödos hotel. Van hieruit kun je wel prachtige wandelingen maken in het Troödosgebergte. Of je neemt een ezel of paard om het gebied hier te gaan verkennen.

De volgende dag gaan we vanuit Paphos een ander gedeelte van het eiland verkennen, namelijk de westkant van Cyprus, boven Paphos. We vertrekken vanuit Paphos met een jeep en doen een jeepsafari naar het Akamas schiereiland. Het is een woest, kaal en vrijwel onbewoond stuk natuur. De kustlijn verloopt grillig en biedt weinig ruimte voor zand-kiezelstranden.

Onderweg zien we veel bananen plantages. Je ziet dat ze een blauwe plastic zak trekken over de tros bananen. Dit doen ze om de spinnen en andere insecten weg te houden.

We rijden vervolgens over hobbelige, onverharde wegen naar het eerste zandstrand en stoppen eerst op een parkeerterrein aan de ingang van de Avakas kloof. Vanaf hier wandelen we via een pad naar de kloof. Er groeien hier meer dan driehonderd plantensoorten, waaronder de alleen hier voorkomende, rood bloeiende “Centaurea akamantis”, die op de steile rotsen groeit. Tijdens het begin van de wandeling passeren we verschillende boomsoorten, planten en bloemen. Zo is één van de boomsoorten die je hier kan vinden de Johannesbroodboom. De plant staat bekend om de hoge voedingswaarde van de peulen, die johannesbrood worden genoemd. Met de peulen maken ze hier op Cyprus Carob siroop, wat ook wel bekend is onder de naam “Cyprus black gold”. De peulen gebruiken ze hier ook voor het voederen van de ezels. Een andere veelgebruikt product van de johannesbroodboom is het johannesbroodpitmeel. Dit is een wit tot geelwit, haast reukloos poeder dat wordt verkregen door het malen van de kiemende zaden van de johannesbroodboom. Het wordt als een emulgator (verdikkingsmiddel) gebruikt in de voedingsindustrie. Omdat het gewicht van de zaden van deze boom vrijwel constant is (0,2 gram) werden zij ook wel gebruikt als gewichtjes bij precisiemetingen van bijvoorbeeld goud.

De Avakas kloof werd gevormd door de Avakas, een riviertje dat vanaf het Laona plateau naar de westkust stroomt. De kloof is ongeveer 3 km lang, het smalste deel ruim 500 m. Hoe verder we wandelen, hoe smaller het pad wordt. Enige malen moet de rivier overgestoken worden. Op het smalste punt wijken de 150 m hoge rotswanden slechts 2 m uiteen en dringt nauwelijks zonlicht in de kloof door.
Deze kloof is wel een prachtig natuurwonder hier in Cyprus. We keren langs dezelfde weg terug naar het startpunt van onze wandeling.

Van hieruit vertrekken we met de jeeps naar Lara Beach, een prachtig breed zandstrand. Het is niet één van de populaire stranden op Cyprus doordat zij niet zo gemakkelijk te bereiken is en omdat er eigenlijk bijna geen voorzieningen zijn. Dit gebied is hier opgekocht door het WFF (Wereld Natuur Fonds), zodat het niet mogelijk is in dit natuurgebied te bouwen. Dit is hier een schildpaddenstrand. Je mag met de jeeps niet over de stranden rijden, maar op een verharde weg ernaast.

Er zijn hier 2 verschillende soorten schildpadden. De “valse caretta schildpad” is de grootste van de twee soorten. De volwassen dieren worden 100 tot 125 cm lang. De “soepschildpad” is iets kleiner en meet 75 tot 100 cm. Zeeschildpadden worden tot 125 jaar oud en worden slechts langzaam geslachtsrijp. De mannelijke schildpadden bevruchten de vrouwelijk schilpadden in zee. Eind mei zetten de eerste vrouwtjesschildpadden tegen het vallen van de avond koers naar de stranden van de westkust van Cyprus om in het zand hun eieren te leggen. De vrouwtjes maken vijf nesten met een tussenperiode van telkens 2 weken en leggen totaal 350-500 eieren. Ze graven daartoe een diepe kuil in het zand. Na ongeveer zeven weken kruipen de eerste schildpadjes uit de eieren en zoeken hun weg naar het water. Het geslacht van de schildpad wordt bepaald door de temperatuur in het nest. Op het zand boven de nesten worden ijzeren kooien ter bescherming geplaatst. Op het strand kan je de sporen zien waar de vrouwelijke schildpadden hun eieren begraven. Het grote gevaar komt van vossen die op zoek zijn naar eieren en jonge beestjes om op te eten. Ook krabben, meeuwen en andere roofvogels doen zich tegoed aan de jonge beestjes als zij proberen de afstand tussen het nest en de zee af te leggen. Ook de mens vormt een grote bedreiging. Het bouwen van hotels, de toeristische ontwikkeling heeft reeds de schildpadden van de stranden verdreven. Watersporters en speedboten verjagen de vrouwtjes uit de kustwateren, waardoor zij de stranden niet kunnen bereiken en hun eieren in zee afzetten. Ook terreinwagens zorgen ervoor dat jonge schilpadden de weg naar zee niet meer kunnen vinden. De jonge schildpadden gaan naar licht toe, dus naar het licht van de maan die op de zee schijnt. De jonge schildpadden geraken in de war indien een terreinwagen met lichten op het strand zou rijden. Vandaar is het strand tussen zonsondergang en -opgang niet toegankelijk voor bezoekers. Tijdens het broedseizoen juni tot oktober worden de stranden bewaakt door vrijwilligers en medewerkers van de Visserijdienst.

Er zijn enkele maatregelen genomen hier aan het zandstrand Lara Beach. Er mag hier niet gebouwd worden. Er mogen geen boten varen rond het strand. Ze mogen enkel varen vanaf 20 m diepte. De boten moeten ook weg om de schildpadden niet te storen tijdens het paren. De vrouwelijke “valse caretta schildpad” keren na 15-17 jaar terug naar hun geboortegrond, de soepschildpadden na 25-30 jaar. Ze hebben eigenlijk een ingebouwd GPS systeem, want ze vinden altijd de juiste plek terug waar ze geboren zijn. De mannetjes keren nooit meer terug en leiden een zwervend bestaan in het water. Doordat daar nu op dit strand een hotel in de nabijheid staat is het mogelijk dat men de eieren uitgraaft en op een andere strand terug gaat begraven. Ze creëren hier een soort couveuse voor de schildpadden. We kunnen hier op enkele plaatsen zo een afgeschermde plaats op het strand zien. Ook jonge schildpadjes worden gered als ze de weg naar zee niet kunnen vinden. Verplaats nooit de jonge schildpadjes naar het water, want ze zouden kunnen zinken. Laat ze eerst gewoon voeling krijgen met water in het ondiepe water.

We rijden met de jeeps langs het strand verder en vervolgens rijden we richting het dorp Latchi. Bij een tussenstop krijgen we uitleg over de verschillende slangen die je hier kan tegenkomen op het eiland. Er zijn hier 8 verschillende soorten te vinden en 3 daarvan zijn giftig. We passeren ook een spookdorp, waar er vervallen huizen staan en waar geen mensen meer wonen. We geven voorrang aan de schapen die de weg oversteken. Je kan hier regelmatig schapen en geiten boerderijen vinden. Aangekomen in Latchi gaan we eerst in een restaurant aan de haven iets gaan eten. Nadien vertrekken we naar het bad van Aphrodite. Aphrodite kwam hier altijd baden. Het bad ligt verscholen in een grot in de natuur. Het ligt half in de schaduw die een vijgenboom maakt. Volgens de legende ontmoette Aphrodite hier ook haar minnaar, de knappe Adonis, toen hij eventjes stopte om te drinken tijdens het jagen. Het ogenblik dat Adonis van het water dronk, werd hij verliefd op de godin. Het is niet mogelijk om in het water te gaan. Stel je voor dat we na het baden in het bad van Aphrodite 10 jaar jonger worden.

Nadien keren we terug naar het strand van Latchi, waar we kunnen zonnebaden. Ik heb in de vrije tijd een wandeling langs de kustlijn naar de haven van Latchi gemaakt en daar een frisse pint gedronken.

Tweede reisweek in Cyprus


De volgende dag gaan we terug mee met een Jeepsafari. Ditmaal terug richting het Troödosgebergte. Met een Jeep kom je op plaatsen waar het niet mogelijk is om met een bus naar toe te gaan. De verzamelplaats van alle jeeps is aan een grote dam hier in Cyprus. Men heeft hier een totaal van 108 dammen en reservoirs, met een totale water opslagcapaciteit van ongeveer 330.000.000 m³. Dammen blijven de belangrijkste bron van water voor het binnenland en voor agrarisch gebruik. Je zag vanaf hier een kanaal lopen naar Paphos, dat dient voor de drinkwatervoorziening en de irrigatie van landbouwgewassen. De capaciteit van deze dam was een wateropslag van 250.000 m³. In de verte zien we een gebouw, dat een waterzuiveringsinstallatie is. Men gaat uit het zeewater het zout doen om zo drinkbaar water te krijgen. Doordat het hier weinig regent is dit nodig en is er een zuiveringsinstallatie te vinden in de verschillende districten hier. Aan de andere kant van de dam zag ik verschillende korven naast elkaar staan. Dit zijn bijenkorven. Zo heb ik er ook gezien op een ander locatie in het Troödosgebergte.

We komen aan bij de rivier Dhiarizos, die dicht bij de Arminou dam ligt. Bij het rijden in dit gebied, had je vanop grote hoogte in het Troödosgebergte een prachtig overzicht op de reusachtige wateroppervlakte bij de dam. Deze natuurpracht is zeker de moeite waard om te bewonderen. Op dat moment was er een helikopter met een grote waterzak aan het overvliegen. Normaal zal je enkel een helikopter zien als er brand zou ontstaan in de beboste gebieden in het Troödosgebergte. Ditmaal was er geen brand, maar was de helikopter daar om te oefenen.

We lopen langs de rivier Dhiarizos en zien dan de Kelefos brug. Dit is een middeleeuwse Venetiaanse stenen brug die een overspanning heeft van 10,7 meter. De brug loopt als een boog over de rivier. Het kalmerende water kabbelt onder de elegante boog van de Kelefos brug. Bovenop de brug is het wegdek in kasseien uitgevoerd. Tijdens de Venetiaanse periode (1489-1571) werd er veel koper gewonnen in de bergen. Dit koper werd verhandeld met Egypte voor zijde en goud. Er was nood aan handelsroutes die een verbinding maken tussen de verre mijnen in het Troödosgebergte en de kustgebieden van het eiland. Dit resulteerde in de bouw van tientallen stenen bruggen in de bergen.

Een van de belangrijkste vindplaatsen voor kopererts in de oudheid, was het eiland Cyprus. Het Latijnse woord voor koper was dan ook bijna gelijk met die naam: Cuprium. Dit werd verkort tot Cuprum. En vanaf Cuprum is het nog maar een kleine stap tot het woord koper. In het gebied van de basalt- en kussenlava op de onderste hellingen van het Troödosgebergte liggen de koperlagen van Cyprus. Het eiland voorzag in de bronstijd en de klassieke oudheid de omliggende grote staten van het kostbare metaal, dat voor de vervaardiging van bronzen werktuigen, wapens en beelden gebruikt werden. Op verschillende plaatsen, bij het rijden in het Troödosgebergte kon je soms op de rotswanden een groenachtige kleur opmerken. Dit wijst op de aanwezigheid van kopererts.

De vlag van Cyprus werd op 16 augustus 1960 in gebruik genomen. Op een witte ondergrond zijn in kopergeel de contouren van het gehele eiland Cyprus aangegeven. Het kopergeel symboliseert de vele kopererts die in de Cypriotische bodem zit. Onder de afbeelding van het eiland staan twee olijftakken, als teken van vrede. De kleur wit staat ook voor vrede, net zoals de olijftakjes die het vreedzaam samenleven van de Griekse en Turkse Cyprioten symboliseren. De vlag werd door de Cypriotische president Makarios III geïntroduceerd met de bedoeling het Turkse en Griekse gedeelte dichter bij elkaar te brengen. Om die reden werden de kleuren van de Griekse (blauw) en Turkse (rood) vlag vermeden, om de vlag een zo neutraal mogelijke uitstraling te geven. In de praktijk wordt de Cypriotische vlag in het Griekse gedeelte van Cyprus nauwelijks gebruikt. Daar gebruikt men de Griekse vlag. Het Turkse gedeelte van het eiland, de Turkse Republiek van Noord-Cyprus, heeft een eigen vlag.

De geschiedenis van Cyprus is bepaald geweest door de vaak strategische ligging van het eiland aan de uithoeken van de grote rijken in de loop der tijden. Ook de bodemrijkdom van Cyprus maakte het een begeerd eiland. Hierdoor is de geschiedenis van Cyprus in feite een geschiedenis tussen oost en west in het klein. Cyprus is eigenlijk de springplank naar drie verschillende werelddelen, nl Europa, Afrika en Azië.

Er zijn hier veel fotogenieke dorpjes met gastvrije bewoners die op de rieten stoelen naast de deuropening zitten, altijd genegen om de voorbijgangers te begroeten. Als je Cyprioten in 1 woord wil beschrijven dan is dat hun “gastvrijheid”. Ze hebben er geen probleem mee om een foto van hun te nemen. Je voelt dat de Cyprioten betrouwbaar zijn en de toeristen er niet gaan opleggen. In de koffieshops zie je hier voornamelijk mannen tezamen aan een tafel hun straffe koffie drinken. De vrouwen zijn ondertussen bezig met het huishouden, eten maken en de tuin onderhouden. Ja wat hebben de mannen hier een luilekkerleven.

Vanop een afstand konden we in de bergen ruïnes zien, maar de kerk is daar nog intact gebleven. Dit spookdorp is verwoest door een aardbeving en de bewoners hebben allemaal het dorp verlaten. Ook passeren we een klein dorpje in het Troödosgebergte waar er een Grieks Orthodoxe kerk en een moskee staat. Het grootste verschil tussen de Grieks Cyprioten en de Turks Cyprioten is het geloof of de religie, maar volgens de gids schieten de Grieks Cyprioten en de Turks Cyprioten hier goed met elkaar om.

We volgen op landwegen een tijdje een rivier in de vallei, om dan na een tijdje terug bergop te rijden. Plots passeren we weer een pittoresk dorpje, goed verborgen in het Troödosgebergte. Het was indrukwekkend om te zien dat ze een huis gebouwd hebben op een rots. Vanop een zekere hoogte hadden we een prachtig zicht op dit dorpje.

Nadien komen we met de jeeps aan bij het Kykkosklooster. Hier kregen we voldoende tijd om het klooster te bezoeken en nogmaals te verkennen. Het blijft toch een prachtige plaats om al die mozaïeken te bewonderen.

Nadien rijden we met de jeeps tussen de bomen op landwegen naar een waterval toe. Je krijgt hier wel een beter contact met de natuur in het Troödosgebergte. Hier kan je de rust komen zoeken. De stroming van de waterval is intenser als er veel sneeuw en regenval is tijdens de winter in het Troödosgebergte. Het is hier mogelijk met de trappen naar omhoog te gaan naar de plaats waar het water naar beneden valt. Aan de andere kant zien we ook een waterval van een kleine rots stromen. Hier kan je gerust met je voeten in het water.

Nadien rijden we naar het verlaten klooster Panagia Tou Sinti klooster op de oever van de rivier Xeros. We rijden door de rivierbedding die momenteel droog stond. De rivier bedding lag vol witte keien met hier en daar begroeiing. Langs de oevers zien we boerderijen liggen. Nabij het klooster passeren we een geiten boerderij. De geiten liepen langs de oever van de rivierbedding.

Het Panagia Tou Sinti klooster werd opgericht in de 16 de eeuw en is een orthodox klooster in de buurt van het dorp Pentalia. Het werd vroeger bewoond door monniken tot 1923, nadien zijn de monniken naar het Kykkos klooster overgebracht. Het klooster is gewijd aan de Maagd Maria. Het klooster had de vorm van een vierkant met op het midden plein een waterput. Aan de ingang kan je de kerk zien die eigenlijk nog intact is en niet in verval is. Binnen in de kerk staan er stoelen en ook de iconen. Aan de andere kant is er een ruimte die ze als een museum ingericht hebben. Er hangen daar nu oude foto’s aan de muur. Bij de andere gebouwen vanop het midden plein te zien, zie je wel de bouwval en zijn het ruïnes aan het worden. Eigenlijk verkeert over het algemeen het verlaten klooster in een goede staat en wordt het gezien als een van de belangrijkste bouwwerken uit de Venetiaanse tijd. Vanwege de goede conservatie en restauratie werd het in 1997 de Europa Nostra Award toegekend.

Vervolgens keren we terug naar Paphos en moeten we stoppen voor een bende geiten die de weg oversteken. De herder bracht ze van de weide terug naar de stallen in de boerderij. Hiervoor moesten ze allen de weg oversteken. Wachten en genieten van het spektakel. We passeren nog een dorp waar we een kerk zien die gebouwd is op een hoge rots.

’s Avond neem ik een taxi naar een ander hotel en nu ga ik dichter zitten bij het stadscentrum van Paphos. De taxi was tamelijk lang en van buiten zag de taxi er eigenlijk uit als een limousine. De straat die loopt in de richting van de haven is ‘s avonds verkeersvrij gemaakt. In het verkeer zie je hier regelmatig wagens met een rode nummerplaat. Dit zijn gehuurde wagen die toeristen gebruiken op de wegen. Aangezien het vroeger een Britse kolonie was rijden ze hier links. De Britten zijn het gewoon, maar andere Europese toeristen niet. De Cyprioten die zelf rijden in het verkeer houden rekening met het onwennige gedrag van de toeristen in het verkeer.

De volgende dag ga ik de verschillende bezienswaardigheden gaan bekijken in Paphos. De moeite waard om te gaan bekijken zijn de koningsgraven (Tombs of the kings). De koningsgraven liggen ongeveer 2 km ten noordwesten van Paphos haven. De bruine wegwijzers naar deze site zijn veelvuldig in de havenzone van Paphos te zien. Koningen werden hier niet begraven maar wel de edellieden en andere belangrijke figuren tussen 300 voor en 300 na Christus. Er waren zo'n 100-tal graven. De ondergrondse graven zijn uitgehouwen uit de rotsen. Daarna kwamen ze in verval en werden zelfs gebruikt als woning. Sommigen lijken ook echte huizen met zuilen en verschillende kamers. Als we het terrein betreden zie ik in eerste instantie een gebied met dorre vegetatie tegen de achtergrond van een azuurblauwe zee. Hier en daar is het gebied onderbroken door grafheuvels en lage stenen muren en puinhopen. Maar zodra je één van de vele toegankelijke tombes inkijkt of betreedt bevind je je letterlijk in een andere, ‘onderaardse’ wereld: niet alleen de wereld van lang vergeten doden, maar ook die van een fascinerende cultuurperiode in de geschiedenis van Cyprus, gevormd door zowel Grieks-Hellenistische als Egyptische kenmerken. Enkele tientallen graven zijn toegankelijk. De meest indrukwekkende die in recente decennia zijn opgegraven (en deels gerestaureerd) zijn die met een peristylium. Dit is een door zuilen omgeven binnenhof, een Hellenistisch element dat, toegepast in de grafarchitectuur, tegelijk de oud-Egyptische notie weerspiegelde dat graven met dezelfde elementen moesten worden ingericht als de huizen van levende mensen. Zo hebben grotere graven ook een uitgehakte welput en zijn er huisaltaren of tempeltjes aangebracht. Het was een uiting van het idee dat namelijk het leven na de dood min of meer een voortzetting was van het leven op aarde, met dezelfde activiteiten en behoeften.

Na dit bezoek zijn we naar de haven van Paphos gegaan. Daar bevindt zich de ingang naar het archeologisch park waar je veel mozaïeken kan gaan bewonderen. Het omheinde opgravingsterrein van het archeologisch park, waarin de Romeinse villa’s met de beroemde mozaïeken liggen, omvat ongeveer een derde van de antieke stad. Het archeologisch park geeft een zicht op Romeinse villa's waar alleen de fundering nog bewaard is. Alle Romeinse gebouwen in het park zijn naar mythologische figuren genoemd die de archeologen op de vloermozaïeken konden identificeren, bijvoorbeeld Huis van Dionysos, Huis van Theseus en Huis van Aion. Aan wie ze in werkelijkheid toebehoorden, is niet gekend.
De mozaïekvloeren van deze villa’s van edelen dateren uit de 3de tot de 5de eeuw na Christus en worden beschouwd als de mooiste in het oostelijke Middellandse Zeegebied. Ze beelden vooral scènes uit de Griekse mythologie uit en werden toevallig ontdekt in 1962 door een boer die zijn akker aan het ploegen was. Je kan op dit terrein hier rustig wandelen.

Eerst bezoeken we een gebouw, dat het Huis van Aion is. Deze villa, die halverwege de 4e eeuw, 150 jaar na het Huis van Dionysos, werd opgetrokken, lag voor het Huis van Theseus of het stadhouderlijke paleis. Poolse archeologen legden in 1983 het vloermozaïek in de ontvangstzaal bloot. Het behoort technisch en compositorisch tot het verfijnde van wat de Romeinse mozaïekkunst te bieden heeft. De Aion mozaïeken uit de antieke mythologie beelden naakte weelderigheid uit en ook de dynamiek van handelingen worden afgebeeld. Vervolgens wandelen we naar het Huis van Theseus. Een uitgestrekte binnenplaats wordt omringd door meer dan honderd vertrekken. Het gaat hier om een van de grootste gebouwen van het oostelijk Middellandse zeegebied. Het meest opvallende is de ronde mozaïek. Hierop zie je dat Theseus met een knots uithaalt om de Minotaurus een slag toe te brengen. Nadien gaan we naar het Huis van Dionysos. Een moderne overkapping beschermt het representatieve deel van een enorme villa. De thema’s van de mozaïeken zijn de liefde, de jacht en de wijn. Ze weerspiegelen het zelfbewustzijn van een tevreden vertegenwoordiger van de Romeinse elite tijdens de bloeitijd van het Romeinse keizerrijk.

Een beetje verder stappen van de drie oude villa’s liggen andere overblijfselen uit de Romeinse tijd. Je kan een witte vuurtoren zien staan en deze staat er al sinds de Britse koloniale tijd. Aan de voet van de vuurtoren kan je het oude Romeinse Odeion zien, dat hedendaags gebruikt wordt als theater en voor het grootste deel in zijn oude glorie is hersteld. Verder kan je er nog de oude stadsmuren, een romeinse agora of marktplaats en de prachtige tempel van de god Asklepeos (god van geneeskunde) bezichtigen waardoor je je even een deel voelt van de Romeinse elite bevolking. Het was zeker de moeite waard om deze archeologische sites te gaan bezoeken.

We vertrekken de volgende dag met de bus naar het Turks Cypriotisch gedeelte van het eiland. We rijden met de bus richting Kyrenia. We naderen de grensposten. Eerst passeren we de Grieks Cypriotische post en nadien een Turks Cypriotische grenspost. Aan de grensovergangen merk je dat de Grieks Cyprioten eerder lui zijn en de paspoorten eigenlijk niet zo controleren. De Turks Cyprioten daarentegen controleren onze paspoorten beter en scannen elk paspoort. Tussen de grensposten mag je geen foto’s nemen. Vanaf nu stapt er ook een Turks Cypriotische gids op de bus, die onze gids vergezeld tijdens ons bezoek daar.

We passeren nu grote moskeeën en zien nu de Turks Cypriotische vlag, die op de bergflank is geverfd. Deze is vanaf hier duidelijk zichtbaar. We moeten hier over het Pentadaktylos gebergte rijden. Je ziet vanuit de vlakte dat die stijl naar omhoog gaan. Je zou kunnen denken dat het lang zal duren voor je over deze bergpas bent. Maar eigenlijk rijden we vlot op een autoweg tussen de bergketens om de andere kant in het Kyrenia district aan te komen.

We rijden eerst naar een klein dorpje Bellapais in Noord-Cyprus op ongeveer 6 km van de stad Kyrenia. De parel van het dorp is Bellapais Abbey of de “Abdij van de Vrede” (van het Frans: Abbaye de la Belle Paix). Deze gotische kloosterruïne, met een binnenplaats waar 4 cipressen naar de hemel oprijzen, ligt als op een romantisch schilderij omringd door een paradijselijk landschap. De Vredesabdij uit de 13de eeuw behoorde toe aan de orde der premonstrazers, ook wel norbertijnen genoemd. De in het wit geklede monniken hadden een vertegenwoordiger aan het hof in Nicosia en verschenen buiten hun klooster te paard, uitgerust met gouden sporen en een verguld zwaard. Dat privilege was hun verleend door koning Hugo III, die regeerde van 1267 tot 1284.

De kloosterkerk is rond 1270 gebouwd en behoort tot de vroege fase van de gotische architectuur op Cyprus. De overige gebouwen van het klooster vertonen de kenmerken van de late Cypriotische gotiek (vanaf 1300). In Bellapais ligt de kruisgang ten noorden van de kerk. De refter is tegenover de kerk te vinden. In het oosten liggen de slaapzaal en kapittelzaal, ten westen de voorraadkamers. Voor de ingang van de voortreffelijk bewaard gebleven refter staat een prachtige Romeinse sarcofaag met festoenen uit de keizertijd, die de monniken als waterbekken gebruikten. Hij is aan de hoeken gesierd met stierenschedels in halfreliëf met daartussen festoenen die door een naakte menselijke figuur worden vastgehouden. Een tweede, eenvoudiger sarcofaag eronder diende als wasbekken.

Aan de oostzijde van het klooster zijn de plafonds van de kapittelzaal en de slaapkamer erboven ingestort. De door zitbanken omgeven marmeren zuil droeg ooit de ribben van een gotisch paraplugewelf.

Na dit bezoek rijden we naar de stad Kyrenia. Vooral vanwege de schilderachtige haven geldt Kyrenia als de mooiste stad van Cyprus. Eerst bezoeken we daar de Venetiaanse vesting van Kyrenia, dat ook aan de haven ligt. Je betreedt de vesting zonder moeite via een brug over de vestinggracht. De schuine Venetiaanse muur rijst hier tot zo’n 30 m omhoog. Vroeger was de toegangspoort alleen via een hangbrug te bereiken. De sporen van die brug zijn nog zichtbaar in de muur. Je loopt vervolgens in de vesting door een brede gang omhoog in de richting van de binnenplaats. Hier zie je een aangenaam burchtcafé, dat onder schaduwrijke bomen op de binnenplaats is gelegen. Eerst zijn we hier naar het Scheepswrakmuseum geweest, waar de restanten van een antiek Grieks vrachtschip te zien zijn. Het waren Amerikaanse onderwaterarcheologen die in 1969 voor de kust van Kyrenia dit antiek vrachtschip hadden geborgen. Het was het tot dan toe oudste ooit gevonden Griekse handelschip, met een lengte van 14,3 m en een breedte van 4,4 m. Door een onbekende oorzaak zonk het schip tussen 300 en 280 v. Chr. op een afstand van 1,5 zeemijl van de haven van Kyrenia. We kunnen hier een kijkje nemen in een aparte zaal naar de opnieuw opgebouwde scheepsromp met de originele planken. Het schip was beladen met ongeveer vierhonderd amfora’s, waarin wijn, olijfolie en negenduizend amandelen werden vervoerd. Je kon hier een reconstructie zien van een deel van de romp, die heel precies laat zien hoe de amfora’s werden gestapeld, namelijk op zo’n manier dat ze bij zware zeegang niet konden wegglijden en breken. Ook het eetgerei aan boord was hier in het museum te zien.

Na het museum bezoek hebben we verder rondgelopen in de vesting. Je kon volledig rond de binnenplaats lopen op een hogere verdieping. Vooral vanaf de Noordwesttoren had je een prachtig en adembenemend mooi uitzicht op de haven. In de vesting heb ik hier ook een kijkje gaan nemen in een kleine kapel.

Nadien gaan we gaan rondlopen in de stad en zijn haven. In de pittoreske pakhuizen langs de kade, waarin tegenwoordig restaurants en cafés zijn gevestigd, werd ooit Johannesbrood opgeslagen tot het met zeilboten naar Anatolië werd verscheept. Verder heb ik nog gewandeld in de winkelstraten van Kyrenia. In het Turks Cypriotisch gedeelte van het eiland betalen ze met Turkse Lira en in het Grieks Cypriotisch gedeelte sinds 2008 met Euro’s. Leuk om te zien in de stad was de vorm van het kraam waar ze vers geperst vruchtensap aanboden. Dit had de vorm van een ei.

De volgende dag gaan we terug naar het Turks Cypriotisch gedeelte. Ditmaal rijden we naar de stad Famagusta, 45 km ten oosten van Nicosia. Ditmaal rijden we langs een weg en zien we vanop een afstand de grens lopen. Op regelmatige afstand zie je een wachttoren of wachtpost. Terug hebben we de paspoortcontrole aan beide grensposten. Ook hier komt er een Turks Cypriotische gids mee op de bus, die eigenlijk voor ons totaal overbodig was. Ditmaal kwam de Turks Cypriotische politie op de bus onze paspoorten ophalen.

Famagusta was ooit één van de meest welvarende steden van Cyprus en tot 1974 was het een vakantieplaats voor de elite en een populaire vakantiebestemming. De Turkse invasie heeft hier in 1974 echter een einde aan gemaakt en een gedeelte van de plaats staat nu bekend als spookstad. Het Turkse leger nam de stad in en er vluchtten 40000 Grieks-Cyprioten, die hoofdzakelijk in de wijk Varosia woonden. Varosia is tot op heden een spookstad, afgegrendeld van de buitenwereld door troepen van de VN, al is het formeel in handen van Noord-Cyprus. De belangrijkste eis van de Grieks Cyprioten is de teruggave van Varosia, wat zij beschouwen als een noodzakelijke eerste stap op weg naar onderhandelingen. We kunnen met de bus enkel door deze wijk of spookstad rijden en zien de vervallen huizen en saaie flatblokken. Je krijgt er koude rillingen van bij het zien van deze vervallen en verlaten woningen. Dit is het trieste lot van deze stad ten gevolge van het conflict. Kogelgaten kan je ook zien in de muren van de huizen. Het is niet toegelaten om hier rond te wandelen en ook mag je geen foto’s nemen van dit stadsgedeelte. Dit is een plaats waar je absoluut niet wil wonen.

Daarna rijden we met de bus naar het oude stadscentrum van Famagusta, dat binnen de Venetiaanse stadsmuren ligt. De indrukwekkende stadsmuren zijn de eerste kennismaking met dat centrum. De 13de eeuwse muren waren 21 m hoog. De Venetianen verlaagden ze echter tot een gemiddelde hoogte van 15 m, maar maakten ze 8 m dik. De muren zijn op tien plekken versterkt met bastions en op vier plekken onderbroken door een poort.

Binnen de muren tref je een oriëntaalse dorpsbebouwing aan: lage, witte huizen die in schril contrast staan met de enkele tot verval geraakte middeleeuwse kerken, die lang geleden in gotische stijl zijn gebouwd. In de Grieks-Cypriotische publiciteit wordt Famagusta steevast afgeschilderd als een “spookstad in de pseudostaat Noord-Cyprus”, maar dit is overdreven. De stad is wel degelijk bewoond door ongeveer 4000 inwoners, al straalt het centrum geen vitaliteit uit. De winkels nodigen niet uit tot “funshopping” en het aantal horecagelegenheden en souvenirwinkels is bescheiden.

Tijdens onze wandeling in de stad komen we eerst de tot ruïne vervallen kerk St. George van de Grieken tegen. Op het centrale plein zien we de St. Nicolaaskathedraal. De kerk is rond 1300 gebouwd, waarbij de kathedraal van Reims als voorbeeld diende. De bouwstijl is een fraai staaltje hoog-gotiek met als hoogtepunt de rijkversierde, naar het plein toe gekeerde, westelijke façade. De torens zijn behoorlijk aangetast. Tijdens de Turkse belegering in 1570-1571 troffen veel kanonskogels doel en na hun triomf plantten de Turken op de linker toren een minaret, die enkele gotische details heeft. Het interieur van de kathedraal werd ingrijpend gewijzigd om als moskee dienst te kunnen doen. Je ziet nu de tapijten liggen in de kathedraal. Om binnen te gaan moet je wel je schoenen uitdoen. De muurschilderingen verdwenen onder een witte laag verf, de graven van de katholieke heersers werden verwijderd, evenals allerlei decoraties en reliëfs. Op de kathedraal zag je ook een Turkse vlag wapperen.

Aan de andere kant van het plein liggen de resten van het Venetiaanse paleis. De façade met zijn drie bogen en vier granieten zuilen, die de Venetianen uit Salamis haalden, is het opvallendste deel van het paleis dat de tijd getrotseerd heeft. Meer naar achter staan nog enkele muren overeind. Ook zien we hier oude verroeste kanonnen liggen en opeengestapelde kanonskogels. De Turken hebben dit Venetiaanse paleis vroeger ook als gevangenis gebruikt.

Een beetje verder als we naar links wandelen zien we de Petrus- en Pauluskerk, die rond 1360 werd gebouwd. Het deed vroeger dienst als graan- en aardappelschuur, stadshuis en bibliotheek. Rechts van het Venetiaanse paleis ligt op het plein een badhuis uit 1601. Je kan hier ook in de stad de ruïne zien van de 13de -eeuwse Franciscuskerk.

Nadien lopen we naar de stadsmuren en kunnen we met trappen omhoog om op deze muur te lopen. Beneden nabij de trap zien we een leeuwenbeeld staan. Over de muren kan geen rondje om het centrum worden gelopen, omdat delen door het Turkse leger worden gebruikt. Vanop de muur kan je een blik werpen op de rustige haven van Famagusta, die ook een belangrijke militaire functie vervult. Vanop de muur zien we ook nog het Othello kasteel, dat zich buiten de stadsmuren bevindt.

Nadien komt de bus ons oppikken aan de ruïne St. George van de Latijnen. Nu rijden we naar Salamis, 9 km te noorden van Famagusta, waar zich de indrukwekkendste antieke opgravingen van Cyprus bevinden. Langs de weg naar Salamis ligt de Eastern Mediterranean University, de belangrijkste universiteit van Noord-Cyprus, waar natuurwetenschappen, bouwkunde, economie en management worden onderwezen. In de universiteit zijn het vooral de talen Engels en Turks die gebruikt worden. De Turkse republiek van Noord-Cyprus wordt alleen erkend door Turkije en niet door andere staten. Er is dan ook geen handel tussen de andere staten en Noord-Cyprus. De meeste inkomsten voor deze regio komen van studenten en ook van toeristen.

We komen aan in Salamis. Een groot aantal resten van deze oude Griekse stad ligt pal aan zee. In de 6de eeuw v. Chr. kwam de stad in Griekse handen. De oudste resten van Salamis tonen aan dat in de 11de eeuw v. Chr. een stad rond een natuurlijke haven was gebouwd. Eerst zijn we daar naar het theater gaan kijken. Alleen de onderste vier tot acht rijen zijn origineel. Je kon zien dat de overige rijen zijn aangebouwd. Het theater had echter maar liefst 55 rijen in plaats van de huidige 18 en gaf daarmee plaats aan 15000 toeschouwers. Het theater werd door de Romeinen onder keizer Augustus gebouwd en wordt tijdens de zomer nog steeds voor voorstellingen gebruikt. We wandelen nu naar het gymnasium en passeren een stadion en een amfitheater. Een rechte rij banken van het amfitheater, gebouwd tegen de achterkant van het gymnasium is goed te zien. Het stadion, een langwerpige ovale kuil, gaat schuil onder een laag struiken. Op het sportterrein (of palaestra) van het gymnasium zien we vele zuilen. In de jaren 1950 werden vele zuilen weer rechtop gezet. De huidige marmeren zuilen dateren uit de 4de eeuw, toen het sportterrein door christenen als ontmoetingsplek werd gebruikt. Daarvoor waren de zuilen van steen. Het gymnasium fungeerde als trainingskamp voor jonge atleten. Zij trainden op het sportterrein, dat omgeven werd door kleedkamers, baden, massageruimten en een privaat. De vloer heeft nog vele mozaïekfragmenten. In het gebouw stonden her en der standbeelden, die nu bij elkaar zijn gezet rond het noordelijke bad. Je merkt op dat al die beelden geen hoofd hebben. Aangenomen wordt dat ze door fanatieke christenen zijn afgeslagen, die in adoratie voor hun nieuwe god de oude goden hard aanpakten. Aan de oostkant van het gymnasium staan de hoge muren van de Romeinse baden nog overeind, met onder andere twee achthoekige bassins, omgeven door een mozaïekvloer. Aan de andere kant liggen opmerkelijke toiletten. In een halve cirkel staan de randen nog overeind waar 44 mensen tegelijk boven een open riool hun behoefte konden doen. Aan de ingang van de archeologische site was er een bar om iets te drinken en te eten.

Na het middageten zijn we het Barnabasklooster gaan bezoeken, dat 2 kilometer ten westen van Salamis ligt en dat tot 1976 in functie bleef. Tussen 1917 en 1976 leefden er drie monniken: broers die nauwelijks van elkaar waren te onderscheiden. Nu is in de kerk een iconenmuseum gevestigd en in de kloostergebouwen een archeologisch museum. De Turken gaan er prat op dat er sinds 1976 niets aan de gebouwen is veranderd. Het huidige klooster is in 1756 gebouwd, ter vervanging van het zeer oude klooster uit 477. Dat klooster werd gebouwd op de plek waar volgens de overlevering het graf van Barnabas lag. Barnabas was een Cyprioot die zich al vroeg in Jeruzalem tot het Christendom bekeerde. Dat graf ligt nu in een recent gebouwde kapel aan de parkeerplaats bij het klooster. Na bezoek aan deze kapel, keren we terug naar Paphos. Aan de Turks Cypriotische grenspost zien we terug een goede controle van de paspoorten, aan de Grieks Cypriotische grenspost laten ze ons vlug door opdat ze verder kunnen genieten van hun siësta.

De volgende dag brengen we in Paphos eerst een bezoek aan “De zuil van Paulus”, een afgesleten marmeren zuilstomp omringd door een groot, omheind veld vol ruïnes. Volgens de legende zou de apostel Paulus aan die zuil zijn vastgebonden en gegeseld. Het is allemaal voorwaardelijk want niets is daarvan bewezen. Even ten oosten van de zuil zijn nog enkele gotische bogen en restanten van gotische gewelfribben te zien. Daar stond in de late middeleeuwen de katholieke franciscanenkerk. Overal in het rond liggen Romeinse zuilen en andere antieke bouwfragmenten. Tussen de overblijfselen kan je nog delen van een mozaïekvloer bewonderen. Je kan hier ook nog een kerk zien, nl de laat-Byzantijnse kerk Agia Kyriaki. Toen ik daar liep was er een kerkdienst aan de gang. Buiten de kerk hing er een touw dat verbonden was met de klok bovenaan de kerktoren. Op dit terrein kan je ook nog een ruïne van een badhuis vinden, waarvan het dak gevormd wordt door 2 stenen koepels. Vervolgens wandelen we verder naar de Fabrica heuvel en komen nog andere ruïnes tegen, zoals een oud Hellenistisch amfitheater.
Op de heuvel heb je oa een uitzicht op de vuurtoren en het moderne shoppingcenter van Paphos. Boven op de heuvel kan je onder een afdak ook mozaïeken zien. Vervolgens dalen we met een trap naar beneden en komen we terecht in een verborgen grot. Deze catacomben zijn uitgegraven uit de rotsen zo'n 2400 jaar geleden, dus nog voor het ontstaan van het Christendom. Ze hadden dus eerst een heidens doel, daarna werd het een Joodse gebedsplaats en tenslotte kapellen voor het Christendom. Een lokale heilige, Salomoni, werd hier doodgemarteld zo'n 200 jaar na Christus. Ze is hier ook begraven. Bij de ingang van de catacomben zal je doeken zien hangen aan de bomen. Dat zijn stoffen die de bedevaarders achterlaten om een gunst af te smeken of als dank.

In de vooravond vertrekken we met de bus naar de Xeros vallei waar we een ezel-boerderij gaan bezoeken. Op een gegeven moment stappen we van de grote bus over naar een kleine groen rood gekleurde bus, zeg maar een oldtimer bus. Met deze kleine bus rijden we over smalle hobbelige wegen bergafwaarts naar de ezel-boerderij. Je zat in deze “chicken” bus dicht bij elkaar en bij het rijden over de landelijke wegen werd je goed dooreengeschud. Op deze landelijke wegen gebeurde vroeger het transport met de ezel.

Aangekomen op de boerderij kregen we een welkomstdrank. Je kon hier witte en rode wijn proeven en voor de liefhebbers was er de lokale drank Zivania. We zien de ezels al staan achter de hekkens. Je kan de ezels voederen met de vruchten van de Johannesbroodboom. Vervolgens vertrekt er een deel van de groep voor een rit met de ezel in de Xeros Vallei en gaan naar het verlaten Panagia Tou Sinti klooster, dat we reeds ontdekt hebben tijdens een jeepsafari. De andere groep gaat met de “chicken” bus naar de zelfde locatie. Na het bezoek van dit klooster, kan ik nu met de ezel een rit maken terug naar de boerderij. De begeleiders bepalen welke ezel je krijgt. Bij het aanwijzen van mijn ezel gaven ze mij “super Mario”, een snelle ezel. Ezels zijn uitstekend geschikt als rijdier. Je kunt er zomaar bovenop klimmen. Ze bokken niet en rennen niet weg. Eigenlijk maakt het geen enkele indruk op ze. Ze vinden het een beetje eng als je ze bestijgt, maar eenmaal op de rug, lijkt de ezel je volkomen te negeren. We vertrekken in groep met de ezels terug naar de boerderij. De ezel zal op commando van zijn ruiter vooruit moeten gaan. De meeste ruiters zijn geneigd om de ezel met de benen aan te sporen, net als bij een paard. Maar de ezel doet geen stap vooruit. Hij vindt dat porren in zijn lijf maar niets. Als iets vervelends is voor de ezel dan blijft hij gewoon staan en verroert hij zich niet. De commando’s van vooruit en stop werden ons aangeleerd. Het klonk iets zoals “ella” voor vooruit en “soy” voor stop. Tijdens deze rit met de ezels begint langzaam de zon onder te gaan. Tijdens de rit heb ik mij goed vastgehouden bij het bewegen van de ezel. Het is belangrijk om je zelf op de ezel in balans te houden, vooral bij het oversteken van de droge rivier waar de ezel over losliggende kasseien moest lopen. Mijn ezel liep inderdaad precies sneller dan andere ezels. Deze rit op de rug van een ezel was wel een leuke ervaring.

Nadien kregen we een buffet voorgeschoteld met typisch Cypriotische gerechten en tijdens het avondeten werd er aan de verschillende tafels muziek gespeeld met een bouzouki. Na het avondeten konden we nog genieten van een show met traditionele volksdansen in hun traditionele kledij. Zo was er een danser aan het bewegen, terwijl die op het hoofd verschillende opeengestapelde bekers droeg. Deze bekers waren gevuld met water of misschien wel een sterke drank. Als afsluiter werd er nog gedanst op de geluiden van de sirtaki. Na deze onvergetelijke avond keren we terug naar ons hotel in Paphos. Eerst rijden we met de “chicken” bus terug bergopwaarts op de hobbelige landwegen in het donker en vervolgens stappen we over naar de grote bus.

De voorlaatste dag van mijn vakantie ga ik een boottocht maken langs de westelijke kustlijn van Cyprus. Met de bus rijden we eerst naar de haven van Latchi. Hier stappen we op de boot die ons terug naar de haven van Paphos zal brengen. De boot maakt eerst een stop aan de Blue Lagoon. Hier is het mogelijk om te zwemmen en te snorkelen in kristal helder water. Bij het snorkelen kan je hier enkel maar kleine visjes zien. De temperatuur van het water is aangenaam warm. We maken nog een tweede stop nabij St Georges bay om te zwemmen en te snorkelen. Tijdens de boottocht was er zelfs muziekentertainment en kregen we een middagmaal. Het was genieten op het dek met een cocktail in de hand.

We zien nu vanop zee het schildpaddenstrand Lara beach. Nadien zien we langs de kustlijn de gevormde zee grotten. Deze grotten waren vanop een afstand gezien niet echt indrukwekkend.

Later passeren we een gestrand schip op de rotsen van Paphos, in de buurt van de vuurtoren. Het wrak is inmiddels een toeristische attractie. Het bergen van het wrak stuit inmiddels op weerstand van de bevolking. Het maakt voor veel mensen deel uit van het dagelijkse leven (uitzicht) van Paphos en de dorpen er om heen. Bovendien is het bergen of slopen erg moeilijk omdat het schip zo hoog op de rotsen ligt. Ook uit milieuoverwegingen is sloop een groot risico, want er blijft altijd wel wat troep achter in zo’n schip. Nadien komt het kasteel van Paphos in zicht en komen we een beetje later aan in de haven van Paphos.

De laatste dag houden we het rustig en wandelen we in Paphos. Eerst gaan we een kijkje nemen naar de Grieks Orthodoxe kerk Panagia Theoskepasti. Ik kan hier ook in Paphos een begraafplaats vinden. Vervolgens gaan we naar de haven en maak ik vanaf het kasteel van Paphos een wandeling langs de dijk in de noordelijke richting. Het is mogelijk om te wandelen tot aan de archeologische site van de koningsgraven en dan keren we terug naar de haven. Ook heb ik daar een bezoek gebracht aan het kasteel van Paphos. Het kasteel werd aanvankelijk gebouwd door de Byzantijnen ter verdediging van de haven van Paphos. In 1222 werd het kasteel echter grotendeels vernield door een grote aardbeving. Het waren daarna de heren van Lusignan die het kasteel opnieuw hebben opgebouwd. In 1570 werd het door de Venetiaanse heerser echter opnieuw afgebroken, waarna de Ottomaanse heersers het opnieuw opbouwden. In die tijd werd het gebruikt als fort en gevangenis. De Britten die het later onder hun leiding kregen gebruikten het voor de opslag van zout. Het kasteel van Paphos is wel één van de herkenningspunten van deze Cypriotische haven en vormt een populaire bezienswaardigheid voor toeristen. Vanaf het kasteel heb je een fantastisch uitzicht op de haven. Voor het kasteel hadden ze nu een podium gebouwd, dat voorzien was voor het optreden van een muziekartiest.

Ziezo, ik geniet nog van een verfrissend bier op één van de vele terrassen langs de haven tezamen met Britten, die ik had leren kennen op een excursie. De reis hier op Cyprus was voor mij persoonlijk een voltreffer. Ik heb hier een leuke vakantie gehad. Cyprus is zeker een goede bestemming om op reis te gaan. Ik bedank de verschillende gidsen bij de begeleiding van de excursies en andere mensen die ik op reis ben tegengekomen voor de leuke momenten hier in Cyprus. Hopelijk krijg je het warm bij het lezen van mijn reisverhaal en zet het je aan om ook Cyprus te gaan verkennen.

zaterdag 23 mei 2015

Reisroute in Cyprus

Dag 1: Brussel - Paphos

Aankomst op de luchthaven van Paphos en transfer naar het hotel “Sentido Cypria Bay” in Paphos.

Dag 2: Paphos

Vrije dag in Paphos. Bezoek aan een overdekte markthal in de bovenstad Pano Paphos of ook wel de oude stad van Paphos genoemd. Een uitgebreide collectie aan stukken uit de Byzantijnse periode kan je vinden in het Byzantijns museum. Fascinerende inzichten in de cultuur en tradities van de lokale Cyprioten kan je opdoen in het vermaarde etnografische museum van Paphos, vroeger bekend als het 'Folk Art Museum'. In het archeologisch museum zijn er archeologisch waardevolle stukken te bewonderen. Overnachting in hotel “Sentido Cypria Bay” in Paphos.

Dag 3: Larnaca - Nicosia - Troödos gebergte - Omodos

De eerste stopplaats wordt de plaats waar de godin Aphrodite uit de zee zou opgestegen zijn. Men noemt deze plaats hier “Pétra toù Romioù” (Steen van de Romein). In Larnaca brengen we een bezoek aan de St. Lazarus kerk. Daarna maken we een wandeling naar de mooie palmenboulevard. We zetten onze reis verder naar de hoofdstad Nicosia. Vrije tijd in Nicosia. We rijden nu richting Troödos gebergte, waar we een bezoek brengen aan de schuurdakkerk Panagia Podithou, die gelegen is in de Solea vallei. Daarna rijden we naar het idyllische wijnboerendorp Omodos in het Troödosgebergte. Hier proeven we de lokale overheerlijke zoetigheden en wijnen uit de streek. Het 17e-eeuwse Timios Stavrosklooster, een Cypriotisch-Orthodox klooster, staat midden in het centrum van het wijnplaatsje Omodos. Bezoek aan een museum in het klooster met veel iconen, oude geschriften en kerkelijke objecten. Terugkeer naar het hotel “Sentido Cypria Bay” in Paphos.

Dag 4: Nicosia

Nicosia, de laatst verdeelde hoofdstad van Europa, is een stad waar twee werelden en culturen samenkomen. De dag begint met een bezoek aan de Ag. Ioanniskerk met zijn spectaculaire muurschilderijen. Vlak naast de kerk bevindt zich het Nieuw Aartsbisschoppelijk paleis. Daarna bezoek je het Leventis Museum en kom je alles te weten over de geschiedenis en folklore van Nicosia. Vervolgens steek je de 'Green Line', de scheidingslijn tussen Grieks en Turks-bezet Cyprus over bij 'Ledra Checkpoint' en bezoek je, in het bezette gebied, de St. Sophia-kathedraal die nu een moskee is. Na dit heb je vrije tijd waarna je gezellig kan kuieren in de Turkse bazaars of kan shoppen in de Griekse winkelstraat. Terugkeer naar het hotel “Sentido Cypria Bay” in Paphos.

Dag 5: Limassol - Kourion - Omodos

Met de bus trekken we langsheen de kust richting Limassol op weg naar de mooi gelegen archeologische site van Kourion. Hier kan je onder andere het Grieks-Romeinse amfitheater en de mozaïeken van de villa van Eustolios bezichtigen. Vervolgens trekken we naar het middeleeuws kasteel Kolossi, dat gebouwd werd op de ruïnes van een voormalig fort. Het volgende dorpje is Doros, waar je de kans krijgt wijn te proeven in de lokale wijnfabriek. Daarna genieten we van een typisch Cypriotische maaltijd. Vervolgens staat terug het schilderachtige wijndorp Omodos op het programma. De smalle, kronkelende straatjes van het dorp leiden allemaal naar het mooie, met kasseitjes geplaveide marktplein met zijn 'kafenions'. Je kan er de oude wijnpers van het dorp zien. Terugkeer naar het hotel “Sentido Cypria Bay” in Paphos.

Dag 6: Troödosgebergte

We vertrekken voor een tocht door het prachtige Troödosgebergte. We komen langs prachtige landschappen tot aan de toppen van het gebergte om uiteindelijk te arriveren aan het minder gekende klooster van Chrysorrogiatissa. Na dit bezoek rijden we verder naar het Kykkos klooster, het rijkste en machtigste klooster van het eiland, dat in de 12e eeuw door de Byzantijnen werd gesticht. Ook brengen we een bezoek aan het standbeeld en het graf van Aartsbisschop Makarios III, de eerste president van Cyprus. Met de bus bereiken we het hoogste punt van het Troödosgebergte, de berg Olympus (1951 m). Terugkeer naar het hotel “Sentido Cypria Bay” in Paphos.

Dag 7: Akamas schiereiland

We vertrekken op jeepsafari en ten westen van Paphos duik je via zandwegen de natuurpracht van het schiereiland Akamas in. De eerste stop is voorzien aan de Avagas-kloof waar je de jeep verlaat voor een wandeling in de rotsspelonk waar de krijtwanden tot 30 meter hoog zijn. Je wandelt door de rivierbedding van een van de meest adembenemende natuurwonderen van Cyprus. Een paradijs voor natuurliefhebbers! Vervolgens zet je de tocht verder naar Lara Bay, het strand waar in augustus de groene zeeschildpadden hun eieren komen leggen. Dit is één van de laatste broedplaatsen van deze zeldzame dieren in het hele Middellandse Zeegebied. Daarna trek je verder langs de noordkust van het schiereiland en we maken een stop aan de haven van Latchi voor het middagmaal. Nadien brengen we een bezoek aan de Baden van Aphrodite waar, volgens de legende, de godin haar minnaar Adonis ontmoette. Nadien mogelijkheid om te zwemmen aan een verlaten strand nabij de haven van Latchi. Terugkeer naar het hotel “Sentido Cypria Bay” in Paphos.

Dag 8: Troödosgebergte

We vertrekken op jeepsafari voor een tocht door het prachtige Troödosgebergte. We passeren kleine verborgen dorpjes in het Troödosgebergte. We zetten daarna onze reis verder door de bossen naar de Dhiarizos vallei en de Venetiaanse Kelefos brug uit de 15e eeuw. We rijden verder naar het Kykkos klooster, het rijkste en machtigste klooster van het eiland, dat in de 12e eeuw door de Byzantijnen werd gesticht. Je krijgt een beter contact met de natuur als we met de jeeps rijden langs de rivieren en op landwegen tussen de bomen naar een waterval toe. Nadien rijden we naar het verlaten klooster Panagia Tou Sinti klooster op de oever van de rivier Xeros. Terugkeer naar het hotel “Sentido Cypria Bay” in Paphos. ’s Avonds verplaatsing en overnachting in hotel “Almyra” in Paphos.

Dag 9: Paphos

Bezoek aan de archeologische sites (de Romeinse villa’s, de beroemde mozaïeken, de koningsgraven) en de pittoreske haven van Paphos. Vrije tijd in Paphos. Terugkeer naar het hotel “Almyra” in Paphos.

Dag 10: Kyrenia

's Ochtends rij je langs het Troödosgebergte richting Nicosia, waar je met de bus de grens met het noorden, de “Green Line”, oversteekt. Je rijdt door het prachtige Pentadaktylosgebergte naar Bellapais (belle pais / beautiful place). Dit klooster is een prachtig voorbeeld van de gotische kunst. Daarna reis je naar Kyrenia met zijn pittoreske haventje. Eerst bezoeken we daar de Venetiaanse vesting van Kyrenia, dat ook aan de haven ligt. Daarna brengen we een bezoek aan het Scheepswrakmuseum, waar de restanten van een antiek Grieks vrachtschip te zien zijn. Hier krijg je voldoende vrije tijd om zelf een terrasje mee te pikken en te lunchen in één van de typische tavernes. Terugkeer naar het hotel “Almyra” in Paphos.

Dag 11: Famagusta

We vertrekken met de bus naar Famagusta en steken terug de “Green Line” over. We rijden met de bus door Famagusta en de wijk Varosia, dat bekend staat als spookstad. Vervolgens gaan we met de bus naar het oude stadscentrum van Famagusta, dat binnen de Venetiaanse stadsmuren ligt. In het oude stadcentrum zijn er ruïnes te ontdekken van vervallen kerken. Op het centrale plein zien we de St. Nicolaaskathedraal. Tijdens de Turkse belegering plantten de Turken op de linker toren een minaret, die enkele gotische details heeft. In Salamis bezoeken we een archeologische site van een oude Griekse stad, die pal aan de zee ligt. Vervolgens brengen we een bezoek aan het Barnabasklooster. Nu is in de kerk een iconenmuseum gevestigd en in de kloostergebouwen een archeologisch museum. Terugkeer naar het hotel “Almyra” in Paphos.

Dag 12: Paphos - Xeros vallei

Bezoek aan “De zuil van Paulus”, een afgesleten marmeren zuilstomp omringd door een groot, omheind veld vol ruïnes. In het midden van de ruïnes kan je de laat-Byzantijnse kerk Agia Kyriaki zien. Op weg naar de Fabrica heuvel kom je nog andere ruïnes tegen, zoals een oud Hellenistisch amfitheater. In de vooravond vertrekken we met de bus naar de Xeros vallei waar we een ezel-boerderij gaan bezoeken. We maken met een ezel een tocht van een half uur en bezoeken nogmaals het verlaten Panagia Tou Sinti klooster. Nadien wordt er een buffet voorgeschoteld met typisch Cypriotische gerechten, opgeluisterd met bouzouki muziek. Na het avondeten is er een show met traditionele volksdansen in hun traditionele kledij. Terugkeer naar het hotel “Almyra” in Paphos.

Dag 13: Latchi - Paphos

Met de bus rijden we naar de haven van Latchi. Daar stappen we op een cruiseboot en varen terug naar de haven van Paphos. Mogelijkheid om te zwemmen of te snorkelen in de Blue Lagoon en nabij St. George Bay. Terugkeer naar het hotel “Almyra” in Paphos.

Dag 14: Paphos

Bezoek aan de Grieks Orthodoxe kerk Panagia Theoskepasti in Paphos. Vervolgens gaan we naar de haven en bezoeken het kasteel van Paphos. Het kasteel werd aanvankelijk gebouwd door de Byzantijnen ter verdediging van de haven van Paphos. Terugkeer naar het hotel “Almyra” in Paphos.

Dag 15: Paphos - Brussel

Transfer naar de luchthaven van Paphos voor de terugvlucht naar Brussel.

donderdag 21 mei 2015

Informatie over Cyprus

De Republiek Cyprus

De Republiek Cyprus is gelegen op het gelijknamige eiland Cyprus in het oosten van de Middellandse Zee, ca. 70 km ten zuiden van Turkije en 105 km ten westen van Syrië. Cyprus behoort geografisch gezien tot het Aziatische continent, maar om politieke en culturele redenen wordt het soms ook tot Europa gerekend. Cyprus is sinds 2004 lid van de Europese Unie.

In 1995 werd de omvang van de bevolking geschat op 734000, van wie 84% Grieken en 13% Turken. Tot de overige 3% behoren Armeniërs en Maronieten, ten dele afkomstig uit Libanon.

Cyprus is naar oppervlakte het derde eiland in de Middellandse Zee. Twee oost-west lopende bergketens doorsnijden het eiland. De noordelijke (Pentadaktylosgebergte, doorlopend op het schiereiland Kárpas) bestaat vooral uit kalksteen; tot de zuidelijke behoort het Troödosmassief (met de Olympus, 1951 m). Tussen beide ketens ligt in de lengterichting van het eiland de vlakte van Messaoria.

In de zomer drogen vrijwel alle rivieren uit, maar vele bronnen blijven vloeien, doordat de kalkrijke bodem het water lang vasthoudt. In de zeer droge vlakte van Messaoria is irrigatie noodzakelijk. In de vlakten vriest het bijna nooit. Op hoge bergen ligt maandenlang sneeuw.
Na eeuwenlange ontbossing is in de laatste decennia de herbebossing op Cyprus krachtig ter hand genomen, zodat nu weer ruim één vijfde van de totale oppervlakte met bos is bedekt, overwegend in het bergland. Dennen overheersen, maar er zijn ook veel ceders, eiken, platanen, acacia's en eucalyptussen. Wat betreft de fauna is alleen de moeflon in het Troödosgebergte vermeldenswaard.

Noord-Cyprus

Het noorden van Cyprus is al jarenlang een bron van conflict. Sinds 1974 wordt Noord-Cyprus bezet door Turkije en is dit deel van Cyprus uitgeroepen tot de Turkse Republiek Noord-Cyprus (T.R.N.C.). Naast Turkije is er echter geen land ter wereld dat Noord-Cyprus als zelfstandige staat accepteert. Men beschouwt het officieel als bezet gebied van de Republiek Cyprus. Het conflict over Noord-Cyprus is zeer complex en meerdere pogingen om tot een oplossing te komen zijn mislukt. Het uitblijven van een oplossing zal vermoedelijk ook een toetreding van Turkije tot de Europese Unie in de weg staat.

Aphrodite

Cyprus staat volgens de Griekse mythologie bekend als geboorteplaats van de godin Aphrodite, godin van de liefde, seksualiteit en vruchtbaarheid. Volgens de door Hesiodus verhaalde mythe is Aphrodite uit het zilveren schuim (Grieks: aphrós) van de zee ontstaan op het moment dat de golven van de zee bevrucht werden door enige neervallende bloeddruppels van de eerste wereldgebieder en godenkoning Uranus, nadat deze door zijn zoon Kronos met een diamanten sikkel was gecastreerd en daarna van de heerschappij beroofd. Zij rees uit de baren van de zee op als de schoonste van alle vrouwen, blank als het schuim, waaruit ze geboren werd, en beminnelijkheid en lieftalligheid lagen op haar glimlachend gelaat en over haar gehele wezen. Zo kreeg ze de naam Aphrodite, "de uit schuim geborene", of Anadyomene, "de opduikende". Eerst zweefde zij over de wateren naar het eiland Kythira, waarna ze naar het eiland Cyprus ging.

De rots van Aphrodite is een rots die ongeveer 25 kilometer ten oosten van Paphos ligt. Volgens legenden zou Aphrodite, de godin van de schoonheid, bij deze rots uit de golven van de zee zijn geboren. Cyprioten noemen hun eiland om deze reden vaak het eiland van Aphrodite.

Het Troödosgebergte

Het Troödosgebergte ligt vrij centraal in het binnenland van Zuid-Cyprus en is erg geliefd onder wandelaars, natuurliefhebbers en toeristen die op zoek zijn naar het authentieke Cyprus. Hier vind je mooie kloosters, kerkjes en kapelletjes, prachtige traditionele woningen en als je op de juiste plekjes komt rust, rust en nog eens rust.

In de wintermaanden is een klein deel van Troödos geschikt voor wintersport. Skiliefhebbers kunnen dan de ski's aanbinden en op beperkte schaal skiën op Cyprus.
Wat je ook steeds meer ziet in de Troödos-bergen zijn bussen met toeristen, die met grote hoeveelheden tegelijk de met de bus bereikbare plekken in de bergen opzoeken. Dat is helaas ook duidelijk te merken aan het groeiende aantal winkeltjes en kraampjes.

Wie van wandelen houdt kan perfect terecht in de Troödos bergen. Er zijn volop mogelijkheden om te wandelen en op de vele wandelpaden door de bergen kun je genieten van heerlijke rust en de natuur van Cyprus. Op borden langs de wandelroutes staat informatie over de planten en bomen die je onderweg tegenkomt. Vooral in de zomer is een wandeling of bezoek aan de bergen een welkome afwisseling. Omdat het in de zomermaanden makkelijk ruim boven de 30-35 graden wordt overdag en de bergen een stuk koeler zijn (25-28 graden gemiddeld in de zomer) en er door de bomen tevens volop beschutting is tegen de zon kan een uitstapje naar de bergen gezien worden als een heerlijk dagje de koelte in. Wie het nog te warm vind kan verkoeling zoeken bij de Caledonian waterval.

Paphos

De plaats Paphos (ook wel geschreven als Pafos) ligt in het zuidwesten van Cyprus en is één van de populairste toeristische plaatsen van het eiland.
Reden van de populariteit is het feit dat Pafos vrij authentiek en niet te groot is. Kato Pafos, het toeristische deel van Paphos dat aan de kust ligt, wordt door velen als sfeervol gezien en dat is iets wat je bij andere plaatsen soms kunt missen. Vooral het gebied rondom de haven is erg gezellig, zeker 's avonds is het hier heel leuk vertoeven. Je vind hier allerlei leuke winkeltjes en net als overal op Cyprus vrij veel winkels met namaak merkartikelen.

De plaats Paphos bestaat van voor onze jaartelling. Vroeger had men Oud Paphos en Nieuw Paphos, het Paphos dat we heden kennen is het nieuwe Paphos.
Om het echter nog ingewikkelder te maken bestaat het huidige Paphos eigenlijk uit 3 delen:
- Kato Paphos, het toeristische deel van Paphos gebouwd om de herbouwde haven heen
- de wijk Ktima, dat meestal (onterecht) gezien wordt als het grote Paphos
- Pano Paphos, de oorspronkelijke oude stad Paphos. Tegenwoordig vind je hier het dorp Kouklia
Deze 3 wijken samen vormen samen het grote Paphos dat in totaal zo'n 75.000 inwoners heeft.

Paphos heeft een groot gebied met opgravingen, aan de westzijde van de vissershaven van Kato Paphos. Een wandeling door deze archeologische vindplaats is echt de moeite waard. Vanuit deze plek heb je ook een prachtig uitzicht op Nea Paphos, het huidige Paphos.

Nicosia

De plaats Nicosia is de hoofdstad van Cyprus. Nicosia is één van de laatste verdeelde hoofdsteden ter wereld als gevolg van de splitsing tussen de Republiek Cyprus en de Turkse Republiek Noord Cyprus.

Door de stad loopt een V.N. bufferzone die meestal aangeduid wordt met de "green line", de groene lijn. In het centrum van de stad is er één doorgang tussen het Turkse en het Griekse deel van de stad en die ligt in Ledra Street. Sinds april 2008 is deze straat geopend als aanzet naar een beter verhouding tussen Noord- en Zuid-Cyprus. Turkse invloeden zijn zeer duidelijk aanwezig in het "Griekse" gedeelte van de stad. Zo vind je hier de Omerye Haman en de Omeriye Moskee, de enige moskee in het zuidelijk deel van de stad waar nog actief het moslimgeloof beleid wordt.

Wie Nicosia bezoekt zal de stad niet direct betoverend mooi vinden. Daarvoor zijn er teveel flatgebouwen van 4 tot 10 verdiepingen hoog te vinden in de stad en is het in eerste instantie zoeken naar mooie plekjes in de stad. Als je echter je best een beetje doet zie je dat ook Nicosia zijn charmes heeft. Zo kent de stad meerdere musea en kerken die de moeite waard zijn. Het Leventis-museum is daarvan de meest interessante omdat hier de mooiste oudheidkundige voorwerpen te zien zijn die op Cyprus gevonden zijn. In het Iconen-museum vind je meer dan honderd Cypriotische iconen.

Limassol

De plaats Limassol is de meest complete stad op Cyprus. Hier vind je alles wat je nodig hebt om een vakantie op Cyprus compleet te maken. Er is een groot aantal accommodaties in diverse prijsklassen en op heel verschillende locaties. Geen andere plaats op Cyprus heeft zo'n verscheidenheid aan restaurants, winkels en uitgaansgelegenheden.

Limassol is naast een belangrijke plaats voor het toerisme ook de grootste haven van Cyprus en een belangrijke schakel tussen Europa en het Midden-Oosten. Opvallend is de hoeveelheid handelsbedrijven en banken in de stad. Zeker tijdens de wintermaanden worden veel hotelkamers bezet door zakenlui die op Cyprus zaken komen doen. Dat is ook te merken aan de relatief grote hoeveelheid stripclubs en nachtclubs in de stad, waar je vooral vrouwen uit de voormalige Sovjet-Unie aantreft. Als man kun je 's avonds bijna niet alleen op straat lopen zonder aangesproken te worden door taxichauffeurs die je naar een "goede" club willen brengen. Dat doen ze zelfs helemaal gratis, want van de clubeigenaars krijgen ze commissie betaald.

De stad Limassol ligt langs ongeveer 15 kilometer kustlijn. De nieuwe haven is het meest westelijke punt van de stad, daarna begint bij de oude haven het centrum van de stad.

Larnaca

De plaats Larnaca is de derde stad van de Republiek Cyprus. De meeste toeristen komen op de nabijgelegen luchthaven het land binnen.

De strandpromenade van Larnaca is de grote trekpleister van de stad. Hier vind je de terrasjes van restaurants, bars en fastfoodketens. Het strand van Larnaca is een zandstrand met donkergeel zand en loopt geleidelijk af in zee. Op het strand zijn volop mogelijkheden om strandbedjes en parasols te huren. Als je hier een hotelkamer of appartement met zeezicht hebt geniet je van een geweldig uitzicht over de promenade en het redelijk brede zandstrand van Larnaca.

Voorheen heette de stad Kition en Citium en heeft het meerdere bezetters gekend. Thans is de stad naast een redelijk belangrijke toeristische plaats ook de tweede haven van Cyprus en woonplaats voor velen die Noord-Cyprus ontvlucht zijn.

Ayia Napa

De plaats Ayia Napa is één van de meest toeristische plaatsen van Cyprus. Het plaatsje kenmerkt zich vooral door terrasjes, winkels en hotels.

Net als zoveel tegenwoordig toeristische plaatsen was Ayia Napa tot het eind van de vorige eeuw slechts een klein vissersdorp waar relatief weinig toeristen kwamen. Projectontwikkelaars kregen echter al snel in de gaten dat de stranden rondom Ayia Napa tot de mooisten van Cyprus behoorden en een uitstekende trekpleister zouden kunnen vormen om toeristen naar het eiland te trekken. In een tijdsbestek van ongeveer 10 jaar is het onbeduidende vissersdorpje uitgegroeid tot één van de populairste plaatsen op Cyprus om een vakantie door te brengen. Wie in de oude haven van Ayia Napa komt ziet hier nog steeds de vele vissersbootje die vroeger de belangrijkste bron van inkomsten vormden voor de plaats.

Het straatbeeld wordt vooral bepaald door toeristische winkels, restaurants, bars, autoverhuurbedrijven en andere aanbieders van alles wat een toerist zich wenst.Wie naar Cyprus komt voor strand, uitgaan en plezier maken is in Ayia Napa op het juiste adres.
Verwacht echter niet dat je in een typisch Cypriotische setting terecht komt, daarvoor moet je toch echt naar andere plaatsen gaan.

Waar Ayia Napa om bekend staat is het uitgaansleven. Vanwege de grote hoeveelheden jongeren die hier komen om te feesten, de grote hoeveelheid clubs, de vele optredens van internationale D.J.'s en de relatief hoge prijzen in het uitgaansleven heeft Ayia Napa de bijnaam "het tweede Ibiza" gekregen. Inmiddels is die status wat aan het afnemen, maar feit blijft dat "Napa" een goede plek is om te feesten.

Kyrenia

Kyrenia is een havenstad gelegen aan de noordkust van Cyprus. De stad behoort sinds 1983 tot het Turkse deel van het eiland en telt ongeveer 33.200 inwoners.
In 1831 was de bevolking in Kyrenia vrijwel gelijk verdeeld tussen moslims en christenen, met een lichte moslimmeerderheid. Echter, met de komst van de Britse overheersing, zijn veel Turkse Cyprioten gevlucht naar Anatolië, waarna de stad werd bewoond door Grieks-Cyprioten. Tot de Turkse interventie in 1974 was de stad bekend onder de Griekse naam Kyrenia en had de stad voornamelijk een Griekstalige bevolking. Tegenwoordig heeft de stad een Turkstalige bevolking.
Kyrenia wordt beschouwd als de toeristische hoofdstad van Noord-Cyprus. Kyrenia is een paradijs voor de strandliefhebber, de stranden van fijn goudkleurig zand worden afgewisseld door woeste kliffen en bergachtige landschappen. Kyrenia is de thuisbasis van tal van hotels, een bruisend nachtleven en een drukke haven. Rondom de haven vind je restaurantjes en winkeltjes. De stad kent zowel een oude jachthaven als een commerciële haven. Daarnaast heeft de stad ook twee universiteiten.

Famagusta

Famagusta is een stad aan de oostkust van Cyprus en ligt in het Turkse deel van het eiland. Famagusta telde in 2011 ongeveer 41.000 inwoners. De stad ligt ten oosten van Nicosia, en beschikt over de diepste haven van het eiland.
De wijk Varosia in Famagusta is een soort spookstad aangezien dit gedeelte wordt beschouwd als niemandsland. Het hele gedeelte wordt omgeven door een hek en wordt bewaakt door het Turkse leger. Het centrum van Famagusta wordt omringd door een oude stadsmuur en bestaat uit smalle straatjes met restaurantjes en winkeltjes.

Geschiedenis

Cyprus was vanaf 1925 een Britse kolonie, waar een Turkse en een Griekse gemeenschap woonden. Halverwege de 20e eeuw wilden de Britten Cyprus meer autonomie geven. De Grieks-Cyprioten wilden aansluiting bij Griekenland, waar de Turkse minderheid tegen was. Na een aantal jaren van geweld werd Cyprus in 1960 onafhankelijk. De functies van president en vicepresident werden bekleed door respectievelijk een Grieks- en een Turks-Cyprioot. De onafhankelijkheid van Cyprus werd gegarandeerd door Groot-Brittannië, Griekenland en Turkije, die het recht kregen gezamenlijk of individueel op het eiland in te grijpen als de grondwettelijke orde gevaar liep.
De vijandelijkheden tussen de Griekse en Turkse gemeenschap duurden echter voort en kregen tussen 1963 en 1967 het karakter van een burgeroorlog. Dat leidde tot de stationering van een VN-vredesmacht.
In 1974 laaiden de gevechten op toen het Griekse kolonelsregime een poging deed Cyprus bij Griekenland in te lijven. Dat was voor Turkije aanleiding over te gaan tot een invasie. Turkije viel het noorden van het eiland binnen, naar eigen zeggen om Turks-Cyprioten te beschermen tegen een Griekse staatsgreep. Honderdduizenden Grieks-Cyprioten vluchtten uit het bezette eilanddeel of werden verdreven, onder meer naar het zuidelijk deel van het eiland. Daar ontstond de Republiek Cyprus. Het gevolg is dat het eiland nu bestaat uit twee volstrekt geïsoleerde delen.
Op 12 mei 2014 besloot het Europese Hof voor Rechten van de Mens, dat Turkije een schadevergoeding van 90 miljoen euro moet betalen aan Cyprus. Het geld gaat naar nabestaanden van zo'n 1500 Grieks-Cyprioten die bij de Turkse invasie van het eiland in 1974 zijn verdwenen. Het is de hoogste compensatie die rechters van de Raad van Europa ooit hebben toekend.
Sinds 1983 bestaat op het noordelijk deel van het eiland de Turkse Republiek Noord-Cyprus, die alleen door Turkije wordt erkend. Het eiland is daarmee feitelijk in tweeën gedeeld. Vanaf het midden van de jaren tachtig heeft de economie zich in het Griekse deel voorspoedig ontwikkeld.

Bijna 40 jaar na dato is het land nog steeds verdeeld in een internationaal erkend Grieks deel en een Turks bezet deel, de zelf geproclameerde "Turkse Republiek Noord-Cyprus".

De geschiedenis van Cyprus is bepaald geweest door de vaak strategische ligging van het eiland aan de uithoeken van de grote rijken in de loop der tijden. Ook de bodemrijkdom van Cyprus maakte het een begeerd eiland. Hierdoor is de geschiedenis van Cyprus in feite een geschiedenis tussen oost en west in het klein.

Vooral onder invloed van Griekenland, dat zich cultureel verwant voelde en met een veto tegen een verdere uitbreiding van de Europese Unie naar Oost-Europa dreigde, werd Cyprus tussen 1990 en 1999 door de EU als toekomstige lidstaat aanvaard. In mei 2004 werd het land lid van de EU en op 1 januari 2008 werd de euro als wettig betaalmiddel ingevoerd. In 2013 kreeg het land te maken met een ernstige bankencrisis.